Verandering is veranderd
De wereld van werken staat op zijn kop. Het einde van het oude werken is in zicht en het nieuwe werken dient zich aan. Met alle veranderingen van dien. In deze wetenschapsrubriek worden een aantal aspecten hiervan belicht. Sommige bijdragen relativeren de vernieuwing en in andere onderdelen worden juist ongenuanceerd de veranderingen geduid.
Hoe dan ook kenmerkt onze tijd zich door veranderlijkheid, bewegelijkheid, onzekerheid en onrust. We zoeken naar nieuw houvast, nieuwe dogma’s, nieuwe ijkpunten. De houdbaarheid van systemen, theorieën, groeimodellen, en lineaire processen heeft haar grenzen bereikt. Hierdoor brokkelen organisaties, processen, economieën en landen af. De maatschappij, het milieu en de economische markten dwingen innovatie, creativiteit en ondernemerschap af. Dat mondt reeds uit in een herdefiniëring van werk en werkprocessen.
Dit nieuwe werken heeft een herwaardering teweeg gebracht van prestaties, ontwikkeling en persoonlijke kwaliteiten. Het is voor jongeren van nu onbegrijpelijk dat je vroeger door jarig te zijn meer ging verdienen. Ook is het voor hen onvoorstelbaar dat je niet ergens anders gaat werken als je het niet naar je zin hebt. Kort gezegd, de werkhouding van nu staat haaks op die van vroeger. Vroeger was werken veel vanzelfsprekender dan nu. Werken hoorde bij het leven en daarmee onderhield je jezelf en het gezin. Het morele plichtsbesef om te werken was hoog en het recht op werk werd collectief bevochten. Daarvoor is een economische plicht in de plaats gekomen. Het individu wordt in staat geacht zelfredzaam te zijn in het levensonderhoud. Ook dit resoneert in het nieuwe werken. Heden ten dage werken mensen omdat zij daar een bepaald nut aan ontlenen en zij verdienen geld doordat zij waarde creëren en toevoegen.
Inputmanagement heeft plaatsgemaakt voor outputmanagement. Deze essentie van het nieuwe werken is moeilijk te verteren voor hen die in hun ogen jaar in jaar uit de werkgever trouwe dienst hebben bewezen door er op een bepaalde plaats en op bepaalde tijden te zijn. Dat het in een kenniseconomie, waarin mensen het verschil maken, gaat om hun levenskracht, hun veerkracht, hun denkkracht en hun daadkracht, vergt een andere houding ten opzichte van elkaar. Het is nog even wennen om deze krachten als bronnen van economische vooruitgang te zien en niet meer een laag ziekteverzuim, lage uitstroom, andere kwantitatieve maatstaven. De energie die de mensen hebben, in afzonderlijkheid en als collectief, bepaalt de vitaliteit van een organisatie van de toekomst. De ontwikkeling van en in organisaties staat of valt met die krachtbron. Organisaties doen er daarom goed aan om hierin te investeren. Hoe dat werkt, leest u in deze rubriek.
In een recente publicatie worden door Neal Ashkanasy (2011) al een tiental vuistregels gegeven.
Creëer een gezonde, respectvolle, en stimulerende organisatiecultuur;
Zorg voor bekwaam leiderschap op alle niveaus in de organisaties;
Verschaf een eerlijke en rechtvaardige behandeling, een veilige omgeving, en geef erkenning;
Ontwerp banen die interessant, uitdagend, en autonoom zijn waar kritisch naar wordt gekeken;
Faciliteer de ontwikkeling van talent, stimuleer groei, en stuur op kwaliteit om de bekwaamheid te vergroten;
Selecteer op de klik tussen de persoon en de organisatie én de baan;
Bevorder de klik door realistische verwachtingen te wekken en een socialisatietraject;
Reduceer het aantal kleine tegenvallers en stimuleer het aantal dagelijkse kleine successen;
Overtuig medewerkers om geen genoegen te nemen met een minder dan ideale werkomgeving;
Baseer het werk op succesvolle werkprocessen en –aanpakken die zich al hebben bewezen.
Uit deze vuistregels is als rode draad af te leiden dat de nieuwe manier van werken geen doel op zich is, maar een middel. Een middel waartoe? Een middel om mensen te kunnen uitlijnen en balanceren ten behoeve van een optimale prestatie en een beperkte slijtage. Dat is bij autobanden en –wielen een stuk eenduidiger dan bij mensen, omdat mensen organische wezens zijn met een eigen DNA, een ziel en een vrije wil. Vakmanschap geboden!
De wetenschap buigt zich over de criteria van dit vakmanschap. Daarbij wordt het decor gevormd door het Nieuwe Werken als meervoudig, complex begrip. Wetende dat dit de verzamelnaam is geworden voor alles wat is veranderd door de veranderde veranderingen. Daarbij wordt geput uit de moderne psychologie en de verworvenheden van de neurologie en pathologische psychologie. Multidisciplinair onderzoek vanuit deze vakgebieden heeft al sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw een eind gemaakt aan het eeuwenlang gehandhaafde dualisme tussen lichaam en geest. Het idee dat de mens een eenheid is van lichaam en geest en niet een lichaam en een geest heeft maar een verstrengeling van beide is, wordt in het nieuwe werken als uitgangspunt genomen. Hierdoor wordt bijvoorbeeld minder belangrijk dat iemand fysiek aanwezig is, maar belangrijker hoe iemand fysiek aanwezig is. Het verschil met het oude werken is dat in het nieuwe werken de geestelijk, psychologische kant aan iemands aanwezigheid is toegevoegd. Aan de andere kant wordt naast werkhouding, zelfkennis en motivatie als indicatoren van arbeidsproductiviteit en het leveren van toegevoegde waarde in de nieuwe wereld van werk ook aandacht besteed aan het aspect wat iemand kan op basis van zijn of haar lichamelijk, fysiologische gesteldheid en fysieke bewegingsvrijheid.
Door deze veranderingen is onze huidige tijd zwanger van nieuwe evenwichten in werkrelaties en organisatieprocessen. We zullen moeten afwachten wat dit betekent voor de vele aanverwante wetenschapsgebieden. Maar de veranderde verandering is onomkeerbaar en enige voorbereiding is derhalve geboden. Hoe en vanuit welk perspectief kunt u in de hiernavolgende bijdragen lezen.
Veel plezier en succes!
Referenties
- Ashkanasy, N. (2011), International Happiness: A Multilevel Perspective, Academy of Management Perspectives, 23-29.
- Hamel, G. (2011), Gary Hamel: Reinventing the Technology of Human Accomplishment, MiX TV via www.managementexchange.com.
Prof. dr. Lidewey van der Sluis is hoogleraar Strategisch Talent Management aan de Nyenrode Business Universiteit, directeur en oprichter van het Nyenrode Powerhouse Competing for Talent, en afdelingshoofd CHROME.