Het is bijna een understatement om te zeggen dat ‘onderzoek’ een hot topic is in het onderwijsveld. Alle aspecten staan op de agenda, variërend van het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden bij basisschoolleerlingen tot het valoriseren van wetenschappelijk onderzoek door universiteiten. De stroom boeken en andere publicaties over praktijkgericht onderzoek is verweldigend en bijna niet meer bij te houden. Een van de kernthema’s van het lerarenbeleid is het doen van onderzoek door leraren. Voor ons als DNM-redactie een goede aanleiding om een stand van zaken op te maken.
We stelden onszelf twee vragen. In de eerste plaats: wat is nu eigenlijk ‘onderzoek in de school’? En in de tweede plaats: hoe wordt er, op dit moment, vanuit verschillende perspectieven tegen onderzoek in de school aangekeken? Als het om deze laatste vraag gaat: in deze DNM komen veel perspectieven aan bod. Auteurs kijken naar onderzoek vanuit het perspectief van onderzoekers, maar ook van schoolleiders, docenten, leerlingen en beleidsmakers. Stemmen in de veelheid van perspectieven ook de verwachtingen overeen?
Wat is onderzoek?
In deze inleiding gaan we in op de eerste vraag die we ons gesteld hadden: wat verstaan we onder onderzoek in de school? Wat is onderzoek precies? Waarin verschilt onderzoek van leren of van reflecteren? Enkele bijdragen gaan in op deze vraag. Onderzoek wordt daarin op verschillende manieren en op basis van verschillende criteria ingedeeld. Wat echter enigszins onderbelicht blijft, is het antwoord op de vraag naar criteria voor ‘goed onderzoek’. Zoals bij veel onderwerpen het geval is, kun je de grenzen breder of juist smaller trekken. Wij zijn geneigd de grens wat smaller te trekken. Wij vinden bijvoorbeeld dat allerlei vormen van reflectie niet onder de noemer ‘onderzoek’ moeten worden gebracht. Volgens ons gaan de criteria voor goed onderzoek ook verder dan het laagdrempelig maken van het meedoen aan onderzoek. Onderzoek doen heeft een ambachtelijke component, die meer vraagt dan alleen het hebben van een ‘onderzoekende houding’, hoe belangrijk die ook is.
In een recente special van het tijdschrift Didactief over praktijkgericht onderzoek stellen De Jong & Haring (2013) dat onderscheidend voor goed onderzoek is, dat ‘iemand anders ervan kan zeggen dat het níet waar is’. Anderen moeten dus de gelegenheid krijgen kritiek te uiten op je onderzoek. Daartoe zul je het naar buiten moeten brengen. Dit is een interessante stelling. Praktijkonderzoek is populair omdat het scholen, docenten en anderen nieuwe instrumenten en inzichten geeft het onderwijs te verbeteren. De opbrengst staat centraal. Maar goed onderzoek laat zich ook controleren: het proces moet inzichtelijk zijn en de instrumenten doordacht gekozen. Of onderzoek dan ‘zuiver’ wetenschappelijk is of meer praktijkgericht, positivistisch of meer (kritisch)interpretatief, kwalitatief of kwantitatief, welk onderscheid je ook bedenkt, naar ons idee maakt dat voor de kwaliteit van het onderzoek niet uit.
Evenmin zou dat uit moeten maken voor de praktische bruikbaarheid ervan. Er kan heel ‘hard’, zuiver wetenschappelijk onderzoek gedaan worden, dat toch grote bruikbaarheid heeft voor de dagelijkse praktijk. Denk bijvoorbeeld aan het onderzoek naar cognitieve processen en het gebruik van intuïtieve kennis van Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman, waar onder andere Kees van der Wolf in deze DNM over schrijft. En aan de andere kant kan heel toegepast, zeer context specifiek, kwalitatief onderzoek uiteindelijk maar weinig bruikbare resultaten opleveren. Als dat zo is komt dat bijna altijd doordat het onvoldoende systematisch is opgezet en de instrumenten on zorgvuldig zijn gekozen, of het nu om vragenlijsten, interviews of observaties gaat. Gelukkig beseffen de meeste schoolleiders en leraren dat wanneer ze met onderzoek in de school aan de slag gaan. Er wordt ook steeds meer aandacht besteed aan de kwaliteit van het onderzoek, de methodologie en de inbedding in het beleid van de school.
Onderzoek en onderwijsproces
Een ander aspect dat aandacht vraagt is de verbinding van onderzoek met het onderwijsproces. Het artikel van Verbeek gaat in op het betrekken van leerlingen bij onderzoek in de school. Vaak hebben onderzoeksprojecten voor leerlingen alleen een onderwijskundig doel binnen het curriculum. Een vergelijkbaar proces is zichtbaar in de lerarenopleidingen, waar studenten onderzoek verrichten als leraar-in-opleiding, maar waarbij de verbinding met het onderzoeksprogramma van de faculteit lang niet altijd aanwezig is. Daar is op zich niets mis mee, maar onderzoek raakt pas echt verweven in het kernproces van de instelling, als het onderzoek met en door leraren direct verbonden is met onderzoek dat door leerlingen en studenten (mede) uitgevoerd wordt.
Onderzoek door leraren heeft zich de afgelopen tien jaar in eerste instantie ontwikkeld als instrument voor professionalisering van leraren. Van der Steen & Oolbekkink en Kaldewaij, laten zien dat dat aspect langzamerhand plaatsmaakt voor de inbedding van onderzoek in de schoolontwikkeling in brede zin. Leraren en onderzoekers werken steeds meer samen als partners. Dat daarmee de kloof tussen onderzoek en praktijk verkleind wordt, wordt duidelijk in het hoofdstuk van de Vries e.a.. De casus over Landstede laat het ook zien. Steeds duidelijker wordt ook dat de rol van de schoolleiding is om ervoor te zorgen dat deze inbedding tot stand komt. Geijsel, Van Eck en Volman gaan hier nader op in. Schoolleiders zien de meerwaarde van onderzoek door leraren zelf, net zoals op veel scholen door leraren het onderzoek doen met en door leerlingen steeds verder ontwikkeld wordt.
Het is interessant te volgen of en hoe onderzoek en schoolontwikkeling de komende jaren verder verbonden raken met onderzoek als onderwijselement. Het lijkt erop dat deze stap nog gezet moet worden. Als dat ook lukt, wordt niet alleen de kloof tussen onderzoekers en leraren kleiner, maar ook die tussen leraren en leerlingen. Daarmee is de cirkel pas echt rond!
Referentie
De Jong, P. & B. Haring (2013). Op-zoeken, uitzoeken, on-derzoeken. In: Smeets, M., D. Lockhorst & P. de Jong, Schoolontwikkeling onderzocht. Samenwerking scholen & onderzoekers in beeld. Didactief Special, 43, 8, p.3.