“Familie?” Met opgetrokken wenkbrauwen kijkt Arjen me aan. “Nee, daar heb ik niets mee. Mijn ouders zijn dood, mijn zus woont in Australië en mijn broer woont sinds kort hier om de hoek. Net gescheiden. Heb ik dus ook niets aan.” Ik luister en kijk. De eenzaamheid druipt van de veertiger af. Hij heeft ruzie gekregen met zijn compagnon met wie hij een ICT-bedrijf runt. Ik ben twintig en vier mijn verjaardag. Met vrienden. Ik pieker er niet over om mijn ouders uit te nodigen. Het is ver voor de tijd van de familieopstellingen. Pas nadat ik diverse relaties zowel privé als zakelijk op de klippen heb laten lopen en ik zelf ben wakker geschud krijgen mijn ouders een plek in mijn leven.