Johan is 42 jaar en heeft al tal van banen gehad, maar nergens is het hem echt bevallen. Toch vindt hij zichzelf een kei in zijn vak. Hij kent eigenlijk niemand die zoveel verstand van zaken heeft als hijzelf. Het stelt hem wel teleur dat maar zo weinig mensen dat in de gaten hebben en sommige leidinggevenden hem in het verleden zelfs op straat gezet hebben. De teleurstelling daarover zal hij niet gauw laten merken. Niemand hoeft zijn zwakke plekken te kennen, vindt hij. Daar maken mensen toch alleen maar misbruik van en dat zal hem niet overkomen. Hij heeft het idee dat eigenlijk niemand hem echt begrijpt. Drie huwelijken zijn om voor hem onduidelijke redenen door zijn partners beëindigd. Op zijn werk vervelen alle collega’s hem na een tijdje. Het is ook altijd hetzelfde liedje. Eerst zijn ze leuk en aardig, maar dan komen de verwijten: dat hij niet naar ze luistert, dat hij volledig zijn eigen gang gaat, dat hij met niemand rekening houdt en dat hij zo zelfingenomen is. En dat terwijl hij naar zijn eigen idee toch zoveel te bieden heeft. Vervelend is het wel: hij wordt ook ouder en voelt zich steeds vaker eenzaam. Natuurlijk hoort dat erbij als niemand aan jou kan tippen, zo houdt hij zichzelf voor: ‘It’s lonely at the top’. Nu dreigt hij de zoveelste (tijdelijke) baan te verliezen. Zijn direct leidinggevende vindt dat hij onvoldoende functioneert. Hij raakt op de afdeling steeds meer geïsoleerd, omdat niemand hem eigenlijk meer kan uitstaan. Zijn werk lijdt daar duidelijk onder. Zijn leidinggevende wil eventueel met hem verder, maar dan moet hij wel bereid zijn kritisch naar zichzelf te kijken en gaan veranderen. Hij heeft Johan daarom aangeraden contact te zoeken met een coach. Johan snapt eigenlijk niet goed waarom. Als er al iets zou zijn, dan ligt dat toch aan die anderen op de afdeling. Uiteindelijk heeft hij zich laten overtuigen dat begeleiding hem toch voordelen zou kunnen opleveren. Al was het maar dat hij beter leert omgaan met de beperkingen van anderen