Boeken: Lef
Mooi werk
Mooi werk. Naar een betere baan zonder weg te gaan.
Marc van Vuuren & Luc Dorenbosch. Boom, 2011. ISBN 978 94 610 5478 4
‘Mooi werk’ ziet er onschuldig uit, als een gewoon boek: “Dit boek is geschreven voor mensen die werk willen maken van hun baan als een manier van leven in plaats van een maandag-tot-vrijdag-manier van doodgaan.” Maar schijn bedriegt, want ‘Mooi werk’ is veel meer dan een boek. Het is een complete handleiding om tot een betere baan te komen zonder weg te gaan. Het boek bestaat uit twee delen. In deel 1 kijk je eerst naar je werk nú, dan naar het verleden en vervolgens naar de toekomst. Wat wil je? Blijf je of is een andere baan de oplossing? In deel 2 wordt eerst uitgelegd wat job crafting is: het ‘sleutelen’ aan je werk en dus niet aan jezelf. Vervolgens ga je stevig aan de slag. Je kijkt naar taken binnen je werk en hoe die zich ontwikkeld hebben, je brengt risico’s in kaart en benoemt wat je zoekt in werk. Op een systematische manier kom je zo ‘vanzelf’ tot mogelijkheden om je taak te craften. In ‘Mooi werk’ bieden Van Vuuren en Dorenbosch een helder stappenplan waar je meteen mee aan slag kunt. Dat kan met pen, papier en post-its, maar ook online met een exclusieve code. Zelf heb ik beide methoden uitgeprobeerd en na een tijdje vond ik de online versie het prettigste werken. Het boek leest makkelijk en heeft een brede doelgroep. De voorbeelden zijn herkenbaar en dragen zeker bij tot een beter begrip van de mogelijkheden van job crafting. ‘Mooi werk’ is op twee manieren toepasbaar voor coaches. Om zelf te gebruiken: wat vind ik nou eigenlijk van mijn eigen werk. Het is een prachtig instrument om eens op je eigen werk te reflecteren en eventueel dingen aan te passen. Daarnaast komt het uitstekend van pas bij coachees met werkgerelateerde vraagstukken. Waar vaak de coachee zich maar aan moet passen of een andere baan moet zoeken, draait job crafting het om: het werk kan ook veranderen. Ook zonder helemaal te gaan craften, zijn elementen uit het boek dan goed bruikbaar. En ook al lees je het boek alleen maar en volg je niet het hele stappenplan; dat kan je werk of kijk op werk veranderen.
Albertien ’t Hoen − coach en trainer
Zo X!
Zo X! Hoe de nieuwe leiders talenten in de organisaties verbinden.
Marjolein Risseeuw. Scriptum, 2011. ISBN 978 90 559 4847 5
De afgelopen tijd was er in verschillende bronnen veel te lezen over verschillen in generaties en hun werkstijlen. In dit boek gaat Marjolein Risseeuw in op de vier verschillende generaties die nu werkzaam zijn in organisaties:
De babyboomgeneratie (geboren tussen 1945 en 1960);
Generatie X (geboren tussen 1960 en 1975);
Generatie Y (geboren tussen 1975 en 1990);
De Einsteingeneratie (geboren tussen 1990 en 2005).
De schrijfster werkt in het boek uit welke kenmerken en wensen over werk de vier verschillende generaties hebben. Tevens gaat ze in op het nieuwe leiderschap dat nodig is om deze generaties goed te laten samenwerken: het zogenaamde verbindend leiderschap. Het boek heeft als doel een handreiking te geven aan leiders van zowel de babyboomgeneratie als generatie X. Vanuit de gedachte dat diversiteit in teams bevorderlijk is voor de innovatie, pleit Risseeuw ervoor dat leiders zich verdiepen in de verschillende kenmerken en waarden van de generaties en daarop hun leiderschapsstijl aanpassen. Zo kunnen de huidige leidinggevenden ruimte maken en aandacht hebben voor zingeving om de jongere generaties aan hen te binden. De wenselijke leiderschapsstijl verschuift van macht en beheersing van processen naar een cultuur waar ruimte is voor vrijheid van individuen, zelfstandigheid en zingeving, aldus Risseeuw. Het boek is aantrekkelijk vormgegeven – het staat vol met voorbeelden in duidelijke boxen en afbeeldingen. Ook geeft Risseeuw regelmatig inzicht in haar eigen ervaringen gedurende haar loopbaan. Daardoor is het boek makkelijk leesbaar en krijgt de lezer snel een beeld van de verschillende generaties. Met haar boek raakt Risseeuw een belangrijk onderwerp: de verschillende generaties hebben ieder hun eigen waarden en normen, voor leidinggevenden is het belangrijk daarmee rekening te houden en op in te spelen. Vandaag de dag is de noodzaak daarvoor, in het licht van de economische crisis, wellicht nog niet voelbaar: er is immers nog geen sprake van krapte op de arbeidsmarkt. De verwachting is echter dat dat over een paar jaar helemaal zal zijn omgedraaid: veel van de babyboomers gaan met pensioen en zullen we juist aan het werk willen houden voor hun kennis en capaciteiten, terwijl de instroom van jongeren terugloopt. Leiders zullen hun kwaliteiten moeten inzetten om alle generaties dan aan hen te kunnen binden. Met haar boek weet Risseeuw de lezer te prikkelen om hierover na te denken.
Yolanda van Heese – coach voor leidinggevenden en teams
De kracht van gedachten
De kracht van gedachten. Groeien in je werk door belemmerende overtuigingen aan te pakken.
Martijn Frijters. Van Duuren Management, 2011. ISBN 978 90 896 5074 0
Cognitieve gedragstherapie is al decennialang de dominante psychotherapeutische behandeling. Aanvankelijk onder de noemer gedragstherapie; een eerste fase gedragstherapie. Uitsluitend waarneembaar gedrag was onderwerp van begeleiding: vaardigheidstrainingen om gewenst gedrag te versterken en ongewenst gedrag uit te doven. De tweede fase gedragstherapie stelde niet het gedrag, maar het denken centraal staat. Het bleek dat mensen, ondanks het feit dat ze zich bepaald gedrag eigen hadden gemaakt, dat niet uitvoerden. Angstige, depressieve en negatieve gedachten en overtuigingen bleken een belangrijke en vaak belemmerende rol te spelen. Cognitieve gedragstherapie was ontstaan. Kern is het identificeren van negatieve en belemmerende gedachten en deze veranderen, waarbij tevens alternatieven aangedragen worden. Helaas blijkt meer en meer dat patiënten toch weer terug vallen in disfunctionele en ongewenste gewoonten. Veel psychische klachten zijn niet echt genezen. Aangeboren of aangeleerde patronen worden niet altijd geheel gewist door de nieuwe gedragingen en kunnen soms weer dominant worden. En zo ontwikkelt zich een derde fase cognitieve gedragstherapie waarbij het niet zozeer gaat om het oplossen van negatieve aspecten, maar om het versterken van wat ook aanwezig is. Aandacht voor het accepteren van klachten, staken van de strijd ertegen en versterken van overige krachten. ‘De kracht van gedachten’ past bijzonder overtuigend in deze categorie gedragstherapie. Het moderne gedachtegoed is gebaseerd op positieve psychologie, nieuwe kennis als gevolg van neurologisch hersenonderzoek en op de klassieke cognitieve gedragstherapie. Klassiek is het onderscheid maken tussen situatie, gedachten, gevoel en gedrag. Positieve psychologie is het besef dat je in staat bent te leren om op bepaalde punten echt anders te gaan denken. Hersenonderzoek geeft de schrijver de mogelijkheid dit leerproces werkelijk aantoonbaar te maken. De samensmelting van deze drie elementen levert een betrouwbaar, leesbaar en vooral werkbaar boekje dat bedoeld is om zelf mee aan de slag te gaan. Concrete handvatten als de aanpak in zes stappen, de vijf breinregels en het leerproces in veertig dagen bieden al aantrekkelijk oefenen werkmateriaal. Het krachtige gebruik van metaforen en een uitdagend beeld van de groei- en ontwikkelmogelijkheden van mensen (vaste tegenover groeimindset) maken dat de lezer er echt zin in krijgt.
Machteld de Roos – manager
Wat moet ik toch met Gerard?
Wat moet ik toch met Gerard? Effectief omgaan met lastige medewerkers.
Wim Geerts. Thema, 2011. ISBN 978 90 587 1417 6
Leidinggeven is een vak. Leidinggevenden weten niet altijd van tevoren wat ze tegen gaan komen in hun vak, als het bijvoorbeeld gaat over de omgang met ‘lastige’ medewerkers. Pas als ze er middenin zitten beseffen ze soms dat er nog wat te leren valt in hun vakgebied aangaande dit onderwerp. Dit boek biedt dan ook hoop aan hen die verstoorde relaties met medewerkers willen voorkomen of misschien verbeteren als ze er middenin zitten. Leidinggevenden kunnen zich met behulp van dit boek verder professionaliseren in hun vak. De auteur typeert zeventien voorbeelden van lastige medewerkers, met bij elk de vraag: wat maakt deze medewerker lastig? Na deze ‘kennismaking’ met lastige medewerkers heb je een beeld gekregen van alle mogelijke soorten lastpakken en hoe je als leidinggevende met hen moet omgaan. Geerts biedt veertien gereedschappen, die leiddinggevenden kunnen inzetten om elk type medewerker effectief en professioneel te kunnen aansturen. De auteur noemt in zijn boek als belangrijkste uitgangspunt, dat ieder mens zich wil en kan ontplooien en ontwikkelen en noemt daarbij expliciet het belang van bouwen aan vertrouwen. Prettig om te lezen vind ik dat de auteur niet wil beweren dat een leidinggevende in elke situatie met elk soort medewerker succes moet kunnen boeken. Niet met je vinger (blijven) wijzen naar die lastige medewerker, maar zelf proactief aan de slag, is wat doorklinkt in dit boek. Gereedschappen als motiveren, enthousiasmeren, transparant zijn, positie innemen, et cetera, zullen bij veel leidinggevende bekend in de oren klinken. Voor hen is het belangrijk om na te gaan of ze de vertaalslag gemaakt hebben van ‘weten’ naar ‘doen’. Waar begin je? Dit boek reikt door duidelijke uitgeschreven stappen bij de gereedschappen en de casuïstiek genoeg aan om daadwerkelijk de omslag te gaan maken van ‘weten’ naar ‘doen’! De inspiratiebronnen die gebruikt zijn in combinatie met de visie en praktijkervaringen van de auteur hebben gezorgd voor een prettig leesbaar en toepasselijk boek. De illustraties in het boek zijn sprekend en onderstrepen op een leuke losse manier de tekst. Inmiddels heb ik dit boek aanbevolen aan twee van mijn coachees (lees: leidinggevenden).
Dieneke van Mourik – bedrijfsmaatschappelijk werker, coach en trainer
Werken met de successpiraal
Werken met de successpiraal: Rollenspellen met effect.
Karin de Galan. Thema, 2011. ISBN 978 90 587 1529 6
De successpiraal is een begrip dat door de schrijfster al in een eerder boek over het ontwerpen van trainingen is gebruikt. Het gaat over het proces van intrainen van vaardigheden tijdens bedrijfstrainingen. De successpiraal staat tegenover de faalervaring; het schrikbeeld dat deelnemers inmiddels nogal eens hebben opgelopen wanneer rollenspellen tenenkrommend moeizaam verlopen en niemand meer wil oefenen. Omdat dit oefenen en het je eigen maken van vaardigheden uiteraard centraal staat tijdens een training, verdiende de theorie hierover een apart boekje. Ondanks de uitgewerkte theorie is het vooral een werkboek: duidelijk vanuit de praktijk geschreven met invoelbare casussen en herkenbare dilemma’s. En wat nog belangrijker is: de methodiek is begrijpelijk en hanteerbaar. Het model gaat uit van:
Het gebruik van uitdagende casussen die in de praktijk van de deelnemer lastig zijn. Zodra deelnemers het gevoel hebben dat een rollenspel over hén gaat en geen trucje is van een trainer om hen in de val te lokken, willen ze heel graag oefenen.
Een vaste globale procedure (stop zodra het fout gaat, kijk vanuit de zone van naaste ontwikkeling, herkans één van de tips en laat de deelnemer oogsten).
Een vaste werkwijze voor de trainer (gebruik heldere checklists, geef effectief feedback en werk met het hart bij de deelnemer).
Een en ander wordt concreet uitgewerkt voor de diverse situaties die elke trainer van groepen kan tegenkomen. Erg praktisch is het hoofdstuk met de zeventien lastige situaties die gericht zijn op een specifiek probleem. Het verschaft een trainer snel inzicht wat er aan de hand kan zijn en hoe je het kunt oplossen. Je kunt stellen dat deze situaties een samenvatting vormen van de daarvoor besproken methodiek. Het hoofdstuk vormt daarmee, zeker voor trainers die niet graag boeken doorwerken, een snelle methode om concreet naar oplossingen toe te werken, waarna je hopelijk verleid wordt om toch terug te bladeren naar het waarom van die oplossingen en je het boek toch geheel gaat lezen.
Joke Hogenhout – trainer, coach, adviseur
Gratis
lees meer