“Als ik ooit een hond neem, noem ik hem Focus,” zei ik vroeger als me na de zoveelste marketingcursus gevraagd werd wat mijn product is. “En dat moet dan bij voorkeur een hond zijn die slecht luistert.” Misschien gaat het me dan lukken, verzuchtte ik. Want levend zonder hond en met een inmiddels dode poes, is mijn focus – en daarmee weten ‘wat precies mijn ding is’ – vaak ver te zoeken. Mijn niche is namelijk generalist. En dat wil ik graag zo houden, al gonzen de mantra’s van marketinggoeroes, de Laura’s en Nisandeh’s van deze tijd, om mijn hoofd: “Je weet: wie niet kiest, verliest!”
Van alle markten thuis is echter een fantastische niche. Zien de deelnemers het niet meer zitten tijdens een studiedag over de werking van de bedrading van de pomp die het warmteonderdeel van de airco in de dependances moet verzorgen, dan weet ik hoe ik hen met een creatieve werkvorm weer kan motiveren. Hebben de it-specialisten voor storingen van zeebodembekabeling moeite om hun baas, die regeert vanuit op omzetgerichte tunnelvisie, aan te spreken? Dan organiseer ik een workshop provocatieve gespreksvoering, wat niet alleen als smeerolie werkt maar ook de opmaat is tot een veel lolliger samenwerking. En als hardwerkende leidinggevenden van hardware-ingenieurs zich niet meer met hun team verbonden voelen, dan leer ik hen hoe ze hun gevoel kunnen inzetten om de communicatie weer te laten stromen. Leve de variatie, zou je denken.
Als roepende in de nichewoestijn heb ik het echter niet eenvoudig. Gelukkig liep onlangs Doortje langs mijn tuinhek toen ik mijn rozen professioneel aan het snoeien was; belangrijk mindfulnessklusje. Doortje geeft les op de hondenschool. Een leuk mens! Ik ken haar van de cursus logistieke bedrijfsvoering voor zzp’ers in de luchthandel. “Moet je luisteren, ik heb nu iets meegemaakt”, stak ze van wal. “Komt er een dame uit de villawijk met een pracht van een Siamees naar mijn school. Ze had zulke goede verhalen gehoord over mijn lessen. Haar Sosja moest en zou bij mij in de klas, maar ja, je weet ik heb uitsluitend honden. Na een week kwam ze vragen hoe het met haar schatje ging. ‘Mevrouw,’ zei ik, ‘miauwen gaat werkelijk geweldig. Maar blaffen? Nee dat wordt nooit iets.’ ”En toen liep ze door, mij met de snoeischaar peinzend achterlatend. Dan toch maar liever een poes nemen? Die zijn niet zo opvoedbaar en blaffen zullen ze godzijdank nooit leren. Hoe zal ik haar dan noemen? Een poes noem je geen Focus. Ik knipte een mooie roos voor mezelf af. En ineens wist ik het: Karma. Ik noem haar ‘Karma’. En wat dat betekent? ‘Doen wat voor je ligt’. Als dat geen specialisme is, dan wordt het tijd dat ik daar een congres over organiseer. Want ook dat kan ik. ■
Saskia Teppema is redactielid van het Tijdschrift voor Coaching en werkt als trainer, executive coach en organisatieadviseur vanuit haar eigen bureau Teppema Executive Coaching. www.saskiateppema.nl