Het voorliggende essay is geschreven in de traditie van het Rijnlandse model. Mathieu Weggemans schetst in een interview met Prij en Jansen (2005) een botsing in de Nederlandse economie tussen de Rijnlandse werkcultuur en het Angelsaksische businessmodel. Binnen het Rijnlandse model staat vakdeskundigheid voorop (“wie het weet, mag het zeggen”), terwijl in het Angelsaksische model de aandeelhouder centraal staat (“wie de baas is, mag het zeggen”). Persoonlijke groei op de werkplek is sterk afhankelijk van de professionele ruimte die vaklieden en professionals in een arbeidsorganisatie krijgen om hun vak uit te oefenen en te ontwikkelen. Onze arbeidsmarkt is ingericht vanuit het principe dat iedereen een beroepsgerichte startkwalificatie heeft verworven (of kan verwerven) in het middelbaar of hoger beroepsonderwijs (Nieuwenhuis, 2012). Verwerven en onderhouden van vakbekwaamheid in een systeem van leven lang leren en ontwikkelen wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor persoonlijke en vakmatige groei van werkenden. Toch krijgt human resource development (HRD) maar moeizaam voet aan de grond, omdat in het bedrijfsbeleid van alledag andere businessdoelen de aandacht opeisen.