Diagnostiek in counselling wordt al jaren beschouwd als een essentieel en vanzelfsprekend onderdeel van het hulpverleningsproces. De counsellor verzamelt informatie die hem in staat stelt om de problemen en omstandigheden van de cliënt in de hulpverleningsrelatie te identificeren, analyseren, evalueren en ook aan te spreken. Maar binnen de pastorale begeleiding en geestelijke zorg aan mensen was ‘diagnostiek’ lange tijd een taboeonderwerp, omdat het te veel zou rieken naar therapie en behandeling – iets wat bij deze vormen van begeleiding niet zou passen. Ongeveer vijftien jaar geleden heeft ‘levensbeschouwelijke diagnostiek’ echter zijn intrede gedaan binnen de pastorale en geestelijke zorg en wordt in diverse contexten ingezet in de begeleiding van patiënten, bewoners en cliënten.