O jeugd! O tijd van smarten/ Van jeugd en wilde harten!
De Vlaamse dichter Willem Elsschot keek in 1933 met weemoed terug op dat wat verloren was gegaan. Weer eens wat anders dan gejammer over de jeugd van tegenwoordig. Die jeugd die drinkt, sekst en whatsappt. Schande? Dat jongeren experimenteren, grenzen opzoeken en mogelijkheden aftasten, is van alle tijden en maakt een noodzakelijk onderdeel uit van de levensfase van losmaking van hun ouders. Zo hoort het ook. Dat ouders tegen de stroom in controle wensen te behouden, lijkt niet zozeer het probleem van jongeren maar meer van de ouders zelf die hun eigen jeugd teloor zien gaan. Schande? Dat ouders hun kroost willen beschermen tegen de pijn en kneuzingen die ze mogelijk zelf ooit hebben ervaren, maakt een noodzakelijk onderdeel uit van het leren loslaten van hun kinderen. Zo hoort het ook. En zo zijn generaties aan elkaar verbonden en tot elkaar veroordeeld. De kunst voor beide is hier zonder schrammen door te komen. Wat vraagt dit voor het onderwerp seksualiteit? In ieder geval geen Marshallplan, alle mediaberichten over seksuele ellende ten spijt. Weliswaar beginnen jongeren op iets jongere leeftijd met seks, toch zit er gemiddeld genomen in vergelijking met vijftien jaar geleden nog steeds een tot twee jaar tussen de eerste zoen en de geslachtsdaad. Een hele grote groep jongeren houdt vast aan waarden als een liefdevolle relatie waarin seksuele trouw een belangrijke rol speelt. Jongeren verlangen naar warmte en uiten hun warmte. Zeker zij die al uit een warm nest komen. Jongeren die seksueel actief zijn, doen dit over het algemeen veilig en respectvol. Er is een grote mate van seksuele tevredenheid. Maar is die warmte voor ieder weggelegd, staan er toch ook niet jongeren in de kou? Er zijn zeker ook tendensen aan te wijzen die rechtvaardigen dat ouders en hulpverleners niet onverschillig kunnen blijven ten aanzien van de seksuele gezondheid van een kwetsbare groep jongeren van rond de 10%. Zowel qua kennis als gedrag is het niveau van veilig vrijen voor hen nog niet optimaal. Nogal wat jonge meisjes hebben seksuele problemen, voornamelijk pijn bij het vrijen, maar vooral het vóórkomen van negatieve seksuele (gewelds)ervaringen bij een substantieel deel van de meisjes en een kleiner deel van de jongens baart zorg. Ook door de invloed van nieuwe media laat een kleine groep jongeren andere vormen van daten en online seks zien dan vijftien jaar geleden. Risico op seksuele dwang is daarbij toegenomen. Tot slot is seksuele diversiteit niet voor iedereen vanzelfsprekend wat kan leiden tot problemen bij homoseksuelen.
Jongeren helpen bij de ingewikkeldheid van intimiteit en seksualiteit zal dan ook meer moeten gaan over mijn en dijn. Voor seks als bron van plezier hoeven ouderen niet zo bang te zijn. Als het goed is genieten ze er immers zelf ook nog van.
Peter Leusink is huisarts en seksuoloog NVVS te Gouda. Hij is hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Seksuologie en hoofddocent van de RINO-opleiding Consulent seksuele gezondheid.