Spontaan had ik mij die week aangemeld bij dit tijdschrift om columns te schrijven. Dat zat toch in mijn aard? Schrijven. Een natuurlijke drang. Dat moest er toch uit?
Opeens bleef er heel weinig over van die natuurlijke aard van mij. In plaats van dat het naar buiten moest, sloeg het naar binnen. Alsof alle uitgangen werden geblokkeerd en er niets maar dan ook niets meer naar buiten mocht. Te gevaarlijk.
In noodtempo vlogen allerlei ideeën naar binnen. Gelukkig, de ingang was nog open.
Natuur. Natuur. Natuur. Ja, ik zou kunnen gaan schrijven over hoe de natuur mij bezighoudt. Hoe ik mijn zoon vanaf zijn zevende heb gehersenspoeld met het boek ‘De Lorax’ van Dr. Seuss, waardoor voor hem het omhakken van een boom de grootste zonde van de mens werd. Eerste gebod: gij zult geen boom omhakken.
Ik zou ook de diepgang eens kunnen opzoeken, een beeld van het wezen van de mens neerzetten waar de lezer stil van zou worden. stil van bewondering over mijn filosofische capaciteiten en glasheldere inzichten. Een nieuwe Plato. Haas & Konijn, uw natuurlijke partner voor wezenlijke vragen over uw aard. Of Haas & Konijn, een wezen voor natuurlijke vragen over uw aardse partner.
Natuurlijk kon ik ook iets gaan vertellen over de wezenlijke behoefte van de mens om te spelen. Of de biologische aard van de mens gericht op overleven en voortplanting
Aard, wezen, natuur.
Terwijl al die columns in spé over elkaar heen buitelden, brak een gedachte door die eigenlijk al meer dan 25 jaar in mij woont. Namelijk de stellige overtuiging dat het wezen van de mens zijn feilbaarheid is. En het drama van de mens is, dat wij niet willen of mogen falen. Onze opvoeding en maatschappij hebben ons daarvan doordrenkt, met een niet te onderschatten impact op ons functioneren.
Zoals uitgangen blokkeren.
Want dat is wat ik vaak zie gebeuren, dat mensen dichtslaan door de lammakende angst om fouten te maken. Dat ze alles in het werk stellen om fouten te voorkomen en daardoor juist de kans op fouten vergroten. Dat datgene wordt ontkend of niet onderkend wat onvermijdelijk is, namelijk fouten maken.
Feilbare wezens zijn wij dus. Wij zijn goed in falen. Wij kunnen niet anders dan naast het goed doen, fouten maken. En niet één keer, maar ontelbaar keer. In de Benedictijnse leer heel mooi omschreven als ‘vallen en weer opstaan, vallen en weer opstaan’.
Waarbij vallen onze natuur is en ik van het weer opstaan mijn beroep heb gemaakt.
Wilma de Haas is eigenaar van Haas & Konijn, een niet-alledaags bureau voor persoonlijke en professionele ontwikkeling. Zij is actief als coach en trainer voor uiteenlopende organisaties, zowel in de profit als non-profit sector. www.haasenkonijn.nl