Ik geniet steeds meer van mijn lichaam, van de binnenkant welteverstaan. Wat ik meemaak resoneert: kriebels van vreugde, verzuchtingen van genegenheid, steken van gemis en verdriet. Ik voel van alles en dat maakt dat ik leef, hier en nu. Hoe was dat dan eerst? Vroeger was ik bezig met de buitenkant: Word ik gezien? Word ik gewaardeerd? Vinden ze me mooi? Maar aandacht voor de buitenkant gaat ten koste van de binnenkant. Dat werd me duidelijk toen ik, 30 jaar geleden, voor het eerst ging spreken in het openbaar. Destijds liepen mijn zenuwen zo hoog op dat ik meestal een black-out had nog voordat ik de microfoon bereikte: totaal verlies van concentratie en daarmee van contact met het publiek.