In dit artikel beschrijft Tinka Verhulst het proces dat Elsa doormaakt met behulp van beeldende therapie. Elsa is twaalf jaar als ze bij Tinka in behandeling komt. Ze heeft de eerste drie jaar van haar leven bij haar moeder gewoond, erna in pleeggezinnen en instellingen. Elsa is gediagnosticeerd met een hechtingsstoornis en laat zeer verstoord gedrag zien: ze gromt als een dier, schreeuwt en scheldt. Een gesprek is niet te voeren met Elsa. Doordat Elsa angstig en onvaardig blijft in haar sociale contacten, kan ze zich onvoldoende ontwikkelen. De kalenderleeftijd en sociaal-emotionele leeftijd van Elsa lopen ver uiteen. Op school en in sociale contacten loopt ze hierop vast. Tinka heeft Elsa anderhalf jaar behandeld. Centraal staat de hechtingsrepresentatie van Elsa, nabijheid staat gelijk aan destructie en chaos. In het artikel beschrijft ze de verschillende fases die doorlopen zijn. In de eerste fase gaat het om het zoeken naar een manier om aan te sluiten bij Elsa. Ze laat geen enkel gesprek toe. In de relatie laat ze vrijwel alleen zelfbepalend en destructief gedrag zien. In de tweede fase spreekt Tinka Elsa actiever en expliciet aan op het samenzijn. In de volgende fase gaat een klasgenoot van Elsa meedoen. Besloten wordt de relatie met Tinka als therapeut te verdunnen. Reden hiervoor is dat de onveiligheid van Elsa in haar directe relatie met Tinka als therapeut de overhand blijft houden. In het artikel is te lezen hoe het hele proces verloopt, reflecteert Tinka op het therapeutisch contact en beschrijft ze de functie van het beeldend werken. Dit artikel is eerder verschenen in het Tijdschrift voor vaktherapie, editie 1/2017.