Bij een afscheidsdiner van ‘de baas’ ligt op ons bord een cadeautje klaar. Een klein groen zakje. Uit de keuken bereiken ons al de geuren van het aanstaande maal, de maag knort en de papillen worden getart. Eerst moet worden uitgepakt. Uit het zakje rolt een glanzend zwarte, geaderde granaat mijn hand in. Een steen vol zelfvertrouwen, vitaliteit, wilskracht en levenszin. Met de belofte dat ze me energie zal geven, dynamisch gaat maken en mij helpt bij het overzien van problemen. De gever heeft me al dertien jaar terzijde gestaan met deze waardevolle zaken en nu hij uit mijn dagelijks leven gaat verdwijnen, wordt het bovennatuurlijke ingeroepen om mij blijvend te helpen. Hij weet dat ik geen ADHD heb want bepaalde eigenschappen van de steen zouden dan dodelijk zijn voor mijn omgeving. Een niet alledaags cadeau, tastbaar en tegelijkertijd op en top verbeelding. Inmiddels ben ik een jaar verder, glanst mijn granaat nog altijd en het wonderlijke is, hij werkt. Ik weet me gesteund door de steen en de gever.