Teams hebben dagelijks te maken met allerlei vormen van gedrag van cliënten. Een deel van het gedrag van cliënten draagt niet bij aan het welbevinden van cliënten, gedrag dat ook wel probleemgedrag of onbegrepen gedrag genoemd wordt. Een deel van het gedrag van cliënten draagt juist wel bij aan welbevinden, zogenaamd gewenst of helpend gedrag. In de literatuur en de dagelijkse praktijk gaat de aandacht vaak primair uit naar probleemgedrag: hoe analyseer en behandel je dit gedrag en wat kan het zorgteam doen of denken om dit gedrag in de juiste richting te beïnvloeden om het welbevinden van een cliënt te bevorderen (Verenso, 2018, Zwijsen et al., 2014). Welbevinden betreft echter niet alleen het verminderen van probleemgedrag maar ook het versterken van de sterke kant van cliënten, zoals krachten, talenten en gewenst gedrag. Deze visie op welbevinden past bij de nieuwe ontwikkelingen die horen bij het begrip ‘positieve gezondheid’. Het is dus wenselijk om in de behandeling en omgang met cliënten breder te analyseren en interveniëren dan alleen de klachtenkant. Daarnaast is een probleemgerichte aanpak van probleemgedrag ingewikkeld en vooral een multidisciplinaire aangelegenheid. Dit maakt zorgteams in eerste instantie afhankelijk van de inzet en het meedenken van andere disciplines, wat gevolgen heeft voor de emancipatie en het versterken van zorgteams in de omgang met (probleem)gedrag. In dit artikel leggen we de aandacht op het verstevigen van zorgteams in het bevorderen van welbevinden van cliënten. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van interventies uit de positieve psychologie en de oplossingsgerichte therapie die op een mediatieve manier worden ingezet.