Ik was altijd al het type dat luisterde naar problemen van anderen. Zo gek vond ik het dus niet toen mijn studiegenootje rechtstreeks vanuit Schiphol mijn studentenkamer binnenstormde. Na een hevige huilbui, waarin ik haar geduldig troostte, kwam ze op adem. Ze vertelde hoe ze was opgehaald door haar vriendje. Hoe ze zich had verheugd op het weerzien. Al die maanden in dat verre land had ze aan hem gedacht. Helaas, Schiphol was nog niet verlaten toen het vriendje het al had uitgemaakt. Ik was destijds plaatsvervangend onthutst en verbolgen over zoveel botheid.