In 2020 kwam het Wopke/Wiebes-fonds tot stand, het Nationaal Groeifonds waarbij een fors aantal miljarden werd uitgetrokken voor de bevordering van het duurzame verdienvermogen van Nederland. En toen gebeurde er iets bijzonders: een leraar die nog gewoon voor de klas stond, geschiedenisleraar Jasper Rijpma, zag daarin een kans om een project van de grond te krijgen waarbij leraren zelf het onderwijs verbeteren. En zo werd hij een van de drijvende krachten achter Ontwikkelkracht, waarbij het gros van het geld opgaat aan het vrij roosteren van leraren voor onderwijsontwikkeling. Gevraagd of dat laatste nou wel zo realistisch is in tijden van een lerarentekort, merkte Rijpma op: ‘Op langere termijn kan Ontwikkelkracht een deel van de oplossing zijn. Het leraarschap is te lang een Einzelgängerberoep geweest. De manier van werken zoals we die voorstaan, betekent dat leraren veel meer samen doen. Ik geloof dat dat uiteindelijk helpt om uitval te voorkomen en het beroep aantrekkelijker te maken.’ (Poortvliet, 2022). Dit artikel is een vierluik: eerst een nadere beschrijving van Ontwikkelkracht, en daarna een impressie van de manier waarop een drietal scholen hiermee aan de slag zijn gegaan.