In deel twee van de onlangs verschenen biografie van Willem Frederik Hermans - De zanger van de wrok - wordt door Willem Otterspeer, zijn biograaf, een vermakelijk, maar ook wel ontluisterend beeld geschetst van Hermans als lector in de fysische geografie aan de universiteit van Groningen. Hermans, auteur van meesterwerken als De donkere kamer van Damokles en Nooit meer slapen, kende nog de privileges van professoren en lectoren van de oude stempel: hij hoefde over weinig verantwoording af te leggen en bepaalde zelf hoeveel en wanneer hij aanwezig was. Veel meer dan twee halve dagen per week was Hermans dan ook niet op zijn instituut te vinden, hij kreeg er niettemin een vol, riant jaarsalaris voor. Hoewel hij toch zeker geïnteresseerd was in fysische verschijnselen als klimaat en bodem, verrichtte hij weinig onderzoek en beperkte hij zich in zijn colleges meestal tot het gehaast voorlezen uit een cahier met oude aantekeningen. Hermans, behept met een weinig opgewekt mensbeeld, stopte zowat al zijn energie in het literaire schrijven, de pen vaak in azijn gedoopt. Er waren wel studenten die hem bewonderden, maar velen - vooral eerstejaars - beklaagden zich over zijn manier van collegegeven en zijn onbenaderbaarheid. Toen eind jaren zestig de democratiseringsgolf kwam aanrollen, studenten steeds meer inspraak wilden, en ook de directe collegae van Hermans zich gingen beklagen over zijn geringe bijdrage aan de academische voorspoed, kwam er na een conflictueuze periode (met Kamervragen en al), een einde aan zijn benoeming en vertrok Hermans naar Parijs.