Het beoordelen van conflicten over de verevening of in de samenwerking met jeugdzorg als onvermijdelijke kinderziekten van de nieuwe opzet, of als signalen van inherente weeffouten, lijkt ook een kwestie van perspectief. Samenwerkingsverbanden moeten zich als bovenschoolse entiteiten verhouden tot hun omgeving en tot de aangesloten scholen. Wat geeft de doorslag? Het tot stand brengen van iets nieuws of het bewaken van de belangen van alle oprichters? Vindt men elkaar in een gezamenlijk streven (regionaal zorgstelsel) of in een beleidsarm coördinatiemechanisme? Niet alleen de EU worstelt met deze vraag…