INHOUD "Passend onderwijs"
- Gelijke onderwijskansen als maatschappelijke opdracht, Sietske Waslander
- Intern toezicht namens de morele eigenaren, Hartger Wassink
- Gesprekscultuur in scholen, Loes Lauteslager
- Onderwijsonderzoek en onderzoekscultuur, Pieter Leenheer
- Werken met data, José Hermanussen en Marjo Brinkman
- Bestuur Beleid Beschouwing
- Hoe zit het met uw
- Onderzoek
- Boeken
Focus op…
- Introductie: passend onderwijs als sociaal experiment, Anneke Westerhuis
- Passend onderwijs: aanleiding, totstandkoming en beoogde doelen, Guuske Ledoux
- Het woud van regels en verplichtingen: opgeschoond of verschoven?, Els Kuiper en Guuske Ledoux
- Worden ouders beter van passend onderwijs?, Liselotte van Loon-Dikkers en Guuske Ledoux
- Leerwegonderwijs onderwijs binnen passend onderwijs: minder papierwinkel, meer praten, Eva Voncken
- Passend onderwijs in het mbo: toelatingsrecht of zorgplicht?, Ton Eimers
- Toekomst voor passend onderwijs in het mbo?, Ton Eimers
- Passende governance voor passend onderwijs, Pieter Leenheer
- Epiloog. Passend onderwijs: gaat het werken?, Anneke Westerhuis
Redactioneel
Kees Schuyt was een van de auteurs van het WRRrapport over de basisvorming. Bij de presentatie in 1986 vertelde hij hoe hij eerder een groep onderwijsmensen schetste hoe de WRR had stilgestaan bij het vraagstuk van differentiatie en integratie. Zijn gehoor had driftig geknikt: differentiatie en integratie, dat was hét thema waarover het zou moeten gaan. Enigszins beteuterd waren ze toen Schuyt verklapte dat het aan bod was gekomen in het kader van een WRR-advies over Europa. Wat Schuyt maar wilde zeggen: er zijn klassieke thema’s die niet alleen het onderwijs betreffen.
Passend onderwijs, het onderwerp van het focusdeel, is een thema dat je ook vanuit het differentiatieintegratieperspectief kunt bekijken: lang hebben we voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften aparte voorzieningen in het leven geroepen, maar toen de prijs daarvoor als te hoog werd gezien, is gepoogd die voorzieningen te integreren. Eerdere pogingen (WSNS) en de lange aanloop van passend onderwijs maken duidelijk dat iets wat eenmaal gedifferentieerd is, niet gemakkelijk kan worden geïntegreerd. De hoofdstukken in het focusdeel laten ook zien hoe taai zo’n proces is.
Schuyts basisvorming was een veelbelovend voorstel om differentiatie en integratie in de eerste fase van het voortgezet onderwijs met elkaar in balans te brengen. Na decennialang, vruchteloos debat over de juiste aanpak van ongelijke onderwijskansen, was het voorstel zeer welkom. Dat de politiek een andere invulling aan de voorstellen van de WRR gaf, laten we hier maar even rusten. Waar het om gaat is dat het thema ongelijke onderwijskansen – tot in de jaren ’80 een hot issue, daarna overvleugeld door thema’s zoals excellentie - terug is op de politieke agenda. Sietske Waslander staat hier in het openingsartikel bij stil. Zonder Schuyts begrippen expliciet te gebruiken, laat ze zien dat met name de integratieve functies van ons onderwijsbestel onder druk staan.
Maatregelen zijn nodig, maar wie zijn aan zet? Moeten besturen meer gaan samenwerken om ongelijke onderwijskansen tegen te gaan? Passend onderwijs maakt duidelijk dat zolang er gedeelde belangen zijn, het maken van afspraken wel gaat, maar dat het een dun lijntje is dat besturen verbindt; een lijntje dat gemakkelijk breekt als een bestuur het idee krijgt dat iets minder loyaal samenwerken profijtelijker is voor de eigen instelling. Wie houdt de bestuurders bij de les? In de huidige constellatie kijken we dan naar de interne toezichthouders, maar het is de vraag of zij vinden dat dat in hun rolopvatting past. Als de bestuurder het thema ongelijke onderwijskansen niet agendeert, doet de intern toezichthouder dat dan? Namens wie? In zijn artikel over governance in het magazinedeel betoogt Hartger Wassink dat goed toezicht staat of valt met een weloverwogen antwoord op de vraag namens wie de toezichthouder toezicht houdt. Met andere woorden, van wie is de school en het samenwerkingsverband eigenlijk? - een ander klassiek vraagstuk dat van tijd tot tijd op de agenda komt en ook weer figureert in deze DNM.