Perfectionisme ontstaat vaak in de kindertijd. Het vrije kind, ongebonden, vol zelfvertrouwen, puur en intuïtief, met een open blik, past zich gaandeweg aan en leert zijn verstand te gebruiken. Daar is niks mis mee. Maar als het brave kind in ons de overhand krijgt en het vrije kind steeds meer wordt weggedrukt, is dat de voedingsbodem voor perfectionisme. Het cognitieve, rationele brein neemt dan de leiding over bij het denken, doen en voelen. Dit deel van het brein beschouwt het emotionele, intuïtieve brein (vaak onbewust) als onbetrouwbaar. De perfectionist is als het ware het contact met het vrije kind kwijtgeraakt, en het verlangen om oké gevonden te worden door anderen is sterk en raakt nooit bevredigd.