Frits Kluijtmans (1948) is hoogleraar Strategisch HRM aan de Open universiteit Nederland. Hij is een bekend auteur op het terrein van HRM en Personeelsmanagement, mede door het Leerboek Personeelsmanagement waarvan in twintig jaar al meer dan 150.000 exemplaren zijn verkocht. Binnenkort verschijnt de volgende druk onder een nieuwe titel Leerboek HRM (Noordhoff, 2010). Frits Kluijtmans is verder (mede-) oprichter en lid van de redactie van het Tijdschrift voor HRM en lid van enkele auditcommissies voor de accreditatie van P&A opleidingen.
Welke visie over ons vakgebied draag jij uit?
Mijn visie wordt vooral gevoed door de ontwikkelingen die zich momenteel binnen bedrijven en instellingen aan het voltrekken zijn. Arbeidsrelaties worden volwassen, minder onevenwichtig en met minder bevoogding van de kant van de werkgever. Werknemers worden zelf meer verantwoordelijk gesteld voor de ontwikkeling van hun loopbaan en van hun talenten. Hoewel veel werkgevers die nieuwe trend actief uitdragen en ook in de praktijk volgen, zijn nog onvoldoende werknemers bewust van die andere opstelling. Het gevolg is dat vaste medewerkers nog steeds te onbeweeglijk zijn en dat de investeringen in de ontwikkeling van tijdelijke en flexibele krachten achterblijft. Daarom heb ik in mijn oratie in 2008 een pleidooi gehouden voor het recht op loopbaanbegeleiding voor iedere werknemer. Een recht dat bij onze zuiderburen al geëffectueerd is. Alleen met een regelmatige check op eigen kwaliteiten en zicht op alternatieve mogelijkheden is beweeglijkheid bij werknemers te stimuleren.
Wat wekt de meeste liefde in jou op?
Buiten de liefde voor mijn vrouw en kinderen, die overigens niet te evenaren is, gaat mijn hart sneller kloppen bij mensen die voortdurend in beweging zijn en zich steeds verder willen ontwikkelen. Van zo’n zoektocht maak ik graag deel uit. Ik denk dat ik daarom ook altijd gewerkt heb in onderwijsinstituten voor volwassen professionals, omdat daar mensen zijn die vanuit liefde voor hun vak zien waar ze zelf te kort schieten en zaken ervaren die beter kunnen. Vanuit die drive mensen ondersteunen om een betere professional te worden, daar ligt mijn hart.
Hoe help jij anderen in hun kracht te komen?
Als wetenschapper geloof ik in de kracht van onderzoek en argumenten. Er wordt teveel onzin gedebiteerd in deze wereld die niet gebaseerd is op nuchtere analyses en op feiten. Het probleem is echter dat veel onderzoek voor veel professionals nogal ontoegankelijk is, omdat men de taal en gewoonten van onderzoekers niet verstaat. Wat ik probeer te doen is moeilijke zaken voor grote groepen verstaanbaar maken in woord en geschrift en hen inspireren en aanzetten om daar in de eigen praktijk mee aan de slag te gaan. Opleiden is in mijn ogen dan ook geen eenzijdig proces, maar een interactief proces dat zoveel mogelijk op maat van de student gesneden moet worden.
Waar help jij cliënten en opdrachtgevers concreet mee?
Dat is nogal uiteenlopend. Zoals ik al zei hoop ik door mijn boeken en artikelen de wereld van arbeid en organisatie voor grote groepen (aankomende) professionals toegankelijk en overzichtelijk te maken, zodat ze daarbinnen effectiever kunnen opereren. Maar dat is werk op afstand. Interessanter is het om met studentengroepen, bedrijven en instellingen op zoek te gaan naar betere en effectievere methoden op basis van wetenschappelijk gefundeerde inzichten. Daarbij is het de kunst om bij studenten en bij bedrijven de juiste trigger te vinden om het proces op gang te brengen. Dat betekent dat ik me goed moet inleven in de denk- en leefwereld van hen. Dat is niet altijd even eenvoudig, maar het is in ieder geval altijd heel boeiend en leerzaam.
Wanneer zet jij je hakken in het zand?
Ik ben allergisch voor wetenschappers die de wetenschap misbruiken door kennis en inzichten te voorzien van een wetenschappelijk keurmerk, zonder dat dat op onderzoek is gebaseerd. Jammer genoeg komt dat hoe langer hoe vaker voor. Je kent ze wel: de professoren die ingezonden stukken naar een krant sturen over zaken waar ze evenveel verstand van hebben als jij en ik. Titulatuur wordt dan als een keurmerk en dekmantel misbruikt. Ik zie het daarom ook als een van mijn taken om iedereen ervan te doordringen dat de wetenschap maar een beperkte bijdrage kan leveren aan het verbeteren van een vak en of de wereld als geheel. Het is een methode om meer inzicht te verwerven, maar zeker niet de enige methode. Ook kunstuitingen kunnen bijvoorbeeld ons een beter inzicht geven in de onderstromen die in de samenleving gaande zijn. En alle kennis en inzichten kunnen niet zonder een bepaalde mate van passie en gedrevenheid.