Frank van der Mijn studeerde ooit af als bioloog en antropoloog en specialiseerde zich vervolgens in muziek, oosterse geneeskunde en loopbaanbegeleiding. In ons métier werd hij actief als uitvoerend professional, opleider en auteur. Hij was hoofdredacteur van LoopbaanVisie vanaf de start tot begin 2013. Daarnaast is hij als programmacoördinator en docent betrokken bij de MBA Loopbaan Management aan de Open Universiteit. Tevens is hij voorzitter en lid van diverse toetsings- en accreditatiecommissies. Frank werkt sinds 2009 als zelfstandig ondernemer en is sinds vorig jaar mede-eigenaar van twee bureaus voor outplacement: eentje voor podiumkunstenaars, de andere voor de gehele profit-/non-profitsector.
Welke visie op ons vakgebied draag jij uit?
“Ons beroep is bedoeld om talent te helpen ontdekken en in de wereld te zetten. Dat is een complexe opgave: als loopbaanprofessional moet je goed zijn ingevoerd in de psyche en ontwikkeling van de mens, in organisatieprocessen, in het beroepenveld en de arbeidsmarkt en in netwerken, solliciteren, presenteren en profileren. En dan is ook ervaringsdeskundigheid nog belangrijk. We zouden op al deze gebieden een voorbeeld moeten stellen voor onze opdrachtgevers en cliënten, maar tegelijk is dat bijna onmogelijk. Veel collega’s focussen daarom op de weg naar binnen. Toch hoort de ‘externe kant’ echt bij ons vakgebied; uiteindelijk gaat het immers om de vertaalslag naar een concrete plek op de arbeidsmarkt. Verder geloof ik steeds minder in loopbaanplanning. Ons beroep kan ondersteunen bij het verkennen van de wegen en moet resultaatgericht zijn, maar hoe je bij het eindpunt komt, weet je nooit. Bovendien blijkt dat eindpunt er altijd anders uit te zien dan je vooraf dacht.”
Wat wekt de meeste liefde in jou op?
“Dat wordt een hele waslijst. Ik hou van vocale muziek (mensen en vogels), de zonsopgang, weelderige tropische bossen, goede literatuur, vernieuwende theaterproducties en stille, warme zomeravonden. Maar ook gaat mijn hart open van een goed gesprek, een salsadansje, opgroeiende kinderen en een onverwacht inspirerende ontmoeting bij de bushalte. Wat ons werk betreft leef ik op als in het samenspel met cliënt of opdrachtgever iets moois groeit: inzicht, voornemens, verbinding of een transformatie. Ik kan ook erg genieten van de juiste interventie op het juiste moment. Dat kun je nooit afdwingen; het ontstaat alleen vanuit volledige openheid naar de hier-en-nu-situatie en de ander. Ik roep wel eens: coaching is betaalde liefde.”
Hoe help jij anderen in hun kracht te komen?
“Afstemming, dat is geloof ik het toverwoord. Innerlijke kracht is een geboorterecht, maar het leven en ons karakter leggen er soms een sluier over. We moeten nu eenmaal laveren tussen diverse in- en uitwendige krachtenvelden. Luisteren naar het verhaal van de ander, op zoek gaan naar die momenten waarop de ander straalde en samen ontdekken wat er nodig is om (opnieuw) vanuit talent, mogelijkheden en inspiratie het werkende leven aan te gaan: dat is denk ik de sleutel in ons begeleidingsproces. Het helpt niet om die kracht alleen op te blazen; het is ook nodig hem te laten landen in de wereld, om hem concreet te vertalen naar dagelijkse situaties.”
Waar help jij cliënten en opdrachtgevers concreet mee?
“Ik zie het als mijn rol om eerst de vraag bij beiden helder te krijgen. Je kunt als loopbaanprofessional veel betekenen als je helpt om transparantie en eigenaarschap te creëren en vervolgens richtingwijzers aanreikt voor de route voorwaarts. Vroeger beperkte ik me bovendien graag tot de cliënt, maar gaandeweg ontdekte ik dat veel opdrachtgevers behoefte hebben aan advies. De context van organisatie en arbeidsmarkt speelt altijd mee in het begeleidingsproces. Die wordt in ons vakgebied nog regelmatig over het hoofd gezien. Je helpt de ander ook door diens vraag in de context te plaatsen.”
Wanneer zet jij je hakken in het zand?
“Ik draag geen hakken en hou niet van zand, maar ik heb wel moeite met mensen die weigeren om uit de klei te komen. Slachtofferschap, vasthouden aan ‘verworven rechten’ en met de vinger naar anderen wijzen roepen bij mij soms wel weerstand op. Het helpt me om vanuit compassie naar de ander te blijven kijken; mensen hebben altijd redenen om te willen vasthouden, om de verantwoordelijkheid af te schuiven en om in hun weerstand te zitten. Zeker als ik zie dat ik dat zelf ook heb gedaan (en soms nog neig te doen), kan ik de ander weer open tegemoet treden.
En o ja, als iemand mijn integriteit ter discussie stelt of heel indirect communiceert, dan gaan mijn nekharen soms heel snel omhoog staan …”