Perry Filippini is sinds 2007 voorzitter van Noloc - ‘officieel‘ voor één dag in de week, in de praktijk vaak meer. Daarnaast heeft hij een eigen loopbaanadviespraktijk waarin hij vooral managers en directeuren begeleidt bij hun loopbaanvraagstukken. Perry heeft sinds enkele jaren een tweede bedrijf(je) als fotograaf. Door het voorzitterschap van Noloc is Perry sterk betrokken bij de ontwikkeling van de loopbaanprofessie in Nederland. Na een periode van vier jaar voorzitterschap bereikt hij in het voorjaar van 2012 het einde van de maximale termijn. Noloc gaat op zoek naar een goede opvolger.
Welke visie over ons vakgebied draag jij uit?
“Het vak loopbaanadviseur is nog relatief jong. Het aantal loopbaanadviseurs groeide de afgelopen tien, twintig jaar fors. Voorheen werkte men vooral vanuit levens- en werkervaring in combinatie met een aanverwante opleiding. Iedereen mocht een bord in de tuin zetten en vermelden dat hij loopbaanadviseur is. Er gold geen enkele bescherming en vanuit de beroepsgroep was er weinig aandacht voor een eenduidig beeld van het beroep. Ik vond het hoog tijd om die eenduidigheid te helpen bouwen, met herkenbaarheid voor professionaliteit.
De loopbaanprofessie wordt steeds belangrijker, zeker nu werkgevers de verantwoordelijkheid voor loopbanen doorschuiven naar werknemers. Voor loopbaanbegeleiding zijn gekwalificeerde professionals nodig. Een register en beroepserkenning kunnen een zekere waarborg geven aan cliënten en opdrachtgevers. Een volwassen loopbaanprofessie behoeft een goed en gewaardeerd vakblad en een transparant opleidingenveld. Noloc steekt hierin veel energie. De resultaten en reacties zijn positief. En Noloc zal steeds meer van zich laten horen!”
Wat wekt de meeste liefde in jou op?
“Mensen zijn fascinerend en het is mooi om wat voor ze te mogen betekenen. Het bijzondere van mijn professie is dat je aanwezig mag zijn bij belangrijke keuzevraagstukken in de levensloop en anderen helpt om meer uit zich zelf en uit hun leven te halen. Cliënten met een blijvende herinnering aan de begeleiding bevestigen dat ik een mooi vak heb.
Ik hoop ook dat het beroepsveld in de toekomst over me spreekt als iemand die heeft bijgedragen aan ontwikkeling van de beroepsvereniging en de loopbaanprofessie. Blijvende mooie herinneringen bereik ik ook in mijn werk als fotograaf door mensen en hun dierbaren te fotograferen.”
Hoe help jij anderen in hun kracht te komen?
“Ik ga meestal op zoek naar de ‘brandstoffen’ waar iemand energie van krijgt. Met de juiste brandstof loopt je motor soepel en haal je het beste uit je zelf. Dat haal je niet altijd uit één baan. Een loopbaanportefeuille met meerdere soorten werk of andere tijdbesteding kan een ideale combinatie opleveren.
En natuurlijk geldt in de begeleiding: ‘practice what you preach’. Mijn eigen portefeuille bevat daarom bewust de nevenactiviteiten bij de Noloc en mijn werk in de fotografie.”
Waar help jij cliënten en opdrachtgevers concreet mee?
“Tja, wat doe je concreet? Dat is bijna teveel om op te noemen. Mijn werk bij Noloc varieert van het initiëren van de juiste koers tot allerlei uitvoerende zaken. Ik vind dat niet erg en het helpt om vooruit te komen. Bij mijn loopbaanadvieswerk sta ik bekend om de ontspannen manier van werken, waar een werkomgeving als bij mij in de tuin of in een Kasteel in Aarle-Rixtel zeker aan bijdragen.
Voor bedrijven help ik via advies- en interim werk op het gebied van HRM hopelijk concreet bij aan invullen van personele aspecten tijdens reorganisaties of bijvoorbeeld het opzetten van een intern mobiliteitscentrum. Ook verzorg ik cursussen loopbaanadvies in de praktijk aan HR-managers.”
Wanneer zet jij je hakken in het zand?
“Ik kan moeilijk omgaan met ongenuanceerde kritiek. Bij Noloc doen veel mensen op vrijwillige basis erg hun best om goede dingen goed te doen. Ik krijg soms mails of andere kritiek over kleine dingen die niet goed zijn gegaan. De toon doet dan vaak geen recht aan het vele werk dat verzet of de vele dingen die allemaal vanzelfsprekend zijn. Jammer genoeg zijn er in mijn voorzittersperiode ook betreurenswaardige voorvallen en reacties geweest die mij en anderen persoonlijk geraakt hebben. Gelukkig kunnen we het relativeren, maar ik vind het eigenlijk niet passen bij een beroepsgroep waar het allemaal om mensen draait.”