Corry, een intelligente vrouw van eind veertig is bij mij terechtgekomen voor coaching. Mijn eerste indruk van haar is dat ze een stevige dame is die alles behoorlijk op de rit heeft. Ze vertelt dat ze vroeger door iedereen altijd als veelbelovend gezien werd: zij zou het wel gaan maken in het leven. Dat is anders gelopen. Ze heeft weliswaar een leuke man, geweldige kinderen, ze is gezond, haar man heeft een goede baan, het ontbreekt haar aan niets. Eigenlijk zou ze helemaal tevreden moeten zijn met haar leven. Maar dat is ze niet. Ze begint onrustig te verschuiven op haar stoel, als ze dat zegt. Ik zie dat het haar moeite kost om die woorden uit te spreken en wil daar graag meer over weten. Maar ik hou mijn mond en kijk haar verwachtingsvol aan. Ze lijkt te wachten op meer reactie dan mijn blik, maar omdat dat uitblijft begint ze te vertellen