Elk jaar opnieuw ontstaat landelijk discussie over (on)gelijke kansen bij de overgang po-vo: zo blijken eindadvies en plaatsing van leerlingen samen te hangen met onder andere de opleiding van ouders. Zo ook in Rotterdam, wat voor het Rotterdamse schoolbestuur BOOR reden was om in actie te komen. Om de kansen van leerlingen met laagopgeleide ouders en ouders met een migrantenachtergrond te vergroten, hebben BOOR, de vereniging van samenwerkende Rotterdamse schoolbesturen FOKOR, Universiteit Maastricht en Sardes de handen ineengeslagen. Afgelopen schooljaar is (met financiering van Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek) onderzocht of de adviezen ‘eerlijker en beter’ worden als leraren uit po en vo met elkaar aan de hand van leerlingdata in gesprek gaan in professionele leergemeenschappen (PLGs). In dit artikel gaan we in op de vraag hoe deze interventie in de praktijk uitpakte.