De kunst van schrijfcoachen is… op je handen zitten. Niet meteen iets vinden van de tekst, de neiging onderdrukken om je rode pen te pakken, fouten te verbeteren, zinnen te herschrijven. Dat is heel lastig voor schrijf- en taalcoaches, want deze groep houdt van taal en krijgt jeuk van teksten die niet goed in elkaar zitten of die fouten bevatten. Op je handen zitten dus, en vragen stellen. Socratische, open vragen, want die zetten je gesprekpartner aan het denken over de belangrijkste boodschap, de bedoeling, het probleem dat zij met haar tekst wil oplossen, de aarzelingen die de lezer heeft en meer van die belangrijke dingen.