In een tijd waarin basale menselijke behoeften zoals direct contact, afleiding en vermaak in groepsverband en gezamenlijk sporten op de proef zijn gesteld, is des te duidelijker geworden waaruit dat gemis bestaat. Verschillende sectoren die geraakt zijn door de coronamaatregelen kozen hun eigen woorden om het belang te benadrukken van het opheffen van de restricties. Dat geldt ook voor de sport. In mei was in een landelijke oproep om de sportscholen weer te openen op een paginagrote advertentie te lezen: “We willen: minder stress. Meer weerstand. Minder kilo’s. Meer bewegen. Minder eenzaamheid. Meer verbinden. Minder zorgen. Meer gezondheid.” De boodschap was dat Nederland sportscholen nodig heeft om gezond en fit te blijven. Dat was een heldere boodschap, waarin vooral ook het instrumentele karakter van bewegen en sport werd benadrukt. Hoewel begrijpelijk in tijden van crisis, waarin uiteenlopende belangen scherp moeten worden gewogen, was hier ook sprake van een beperkte duiding van de waarde die sport kan hebben.