Op 1 november hield de Association of Icelandic educational and vocational counselors een congres in Reykjavik. Wij waren gasten van Helga Helgadottír, de Chairman van de Association. We zijn veel wijzer geworden van de interactie met collega’s. NOLOC was uitgenodigd als gast, om van gedachten te wisselen over het vak, de prioriteiten en de wijze van toepassen. In IJsland zijn loopbaanbegeleiders vaak verbonden aan scholen of aan de overheid.
De dag had meerdere thema’s, maar de belangrijkste waren de gedeelde zorg over het hoge percentage uitvallers onder studenten, de zeer geringe animo voor technisch onderwijs en de wijze waarop men eerder loopbaanbegeleiding kan incorporeren in het basisonderwijs. Het IJslandse schoolsysteem zit anders in elkaar dan het onze. De basisschool duurt tien jaar, van het zesde tot het zestiende jaar. Daarna kies je een vervolg: werken of verder leren. Van de laatste groep valt tussen het zestiende en twintigste levensjaar 40 procent uit, een grote zorg van de overheid. Van hen die overblijven, kiest 98 procent een theoretische vervolgstudie, veelal gericht op een internationale academische carrière.
Vanuit het congres kwam de constatering dat veel loopbaanbegeleiders zelf ook academisch zijn gevormd en daarom wel eens een blinde vlek zouden kunnen hebben voor studenten die anders denken en leren. Een aantal studenten gaf een voordracht waarin zij aangaven waar in hun optiek een goede loopbaanbegeleider op moet letten of aan moet voldoen.
Ook sprak de minister van Educatie en Cultuur ons toe. Hij stelde dat de wetgeving ruimte bied voor ontwikkelingen op loopbaangebied, maar dat daar nog onvoldoende gebruik van wordt gemaakt, zeker op het gebied van leren en werken tegelijk. Bij wet is een aantal zaken geregeld, met als belangrijkste doelen:
- Scholen moeten de vrijheid hebben individuele studies aan te passen aan de eisen van de vervolgopleidingen. Met andere woorden, opleidingen moeten outputgerelateerd zijn.
- De enige verplichte vakken zijn IJslands, Engels en wiskunde.
- De afstemming en samenwerking van scholen en werkgevers moet versterkt worden.
- De curricula moeten elk jaar worden nagelopen op wijzigingen en ontwikkelingen in de vakgebieden.
- Leer-werkplekken moeten vanuit het onderwijs worden verzorgd en begeleid en zijn een vast onderdeel voor elke opleiding.
- Er wordt een fonds opgericht om werkplekken te genereren en te betalen voor trainees.
- Training on the job moet worden verbeterd en verkort.
Een aantal van bovenstaande zaken zou het ook heel goed doen in ons opleidingssysteem.
Ester Leibrand is voorzitter van Noloc en mede-eigenaar van Sam &, bureau voor personeels- en loopbaanadvies