INHOUD THEMA ‘TALENT’ (juni 2005)
- Autisme-coaching: een wereld te winnen, Hans Wolf
- Coaching en neuro emotionele integratie, Yvonne Mooijman
- Coaching in het bedrijfsleven: zoals in de sport?, Annet Luyendijk
- Top 10 & Top-coach, Cor Knoester
- Mag het een beetje meer zijn?, Alex Engel
- Coachend bemiddelen, Jeannet Kant
- De beste waar komt uit je hart, Saskia den Broeder
- Collega-coaching binnen de overheid, Anouk Luteyn
- Vermoeidheid in de herfst van de loopbaan, Ellen Beekveldt, Arno van der Voort van der Kleij, Nancy Poels, Sabine Hess
- Executive coaching kun je niet leren, Arianne van Galen, Rien Gruter
- Geproefd: Coachen en zelfsturend leren, Richard Bakker
- De wondervraag, Fer van den Boomen, Marcel Hoonhout, Rinus Merkies
- Procesversnelling met actiemetaforen, Frits van Kempen
- Wegenwacht in beweging, Ilse Engwirda
- Voorzienigheid, Redactie
- Reiki, Marieke van der Velden
- Gewoon doen!, Saskia den Broeder
- De dilemma's van de teamcoach, Marianne Kok, Margreet Steenbrink
- Uitgelicht: Hans Peter King, Redactie
- Coaching als professionele ontmoeting, Frank van der Mijn
- Je kwaliteiten zien, Lusanne Hogeweg
Talent
Zet een aantal coaches bij elkaar over een bepaald onderwerp en je kunt er zeker van zijn dat ze het niet met elkaar eens zijn. In de afgelopen periode mocht ik het genoegen smaken verschillende coachbijeenkomsten bij te wonen. Tijdens een feestelijk overleg met de advies- en redactieraad vlogen de meningen over tafel. De vraag ontstond of we een speelse grabbelton willen zijn met vele verrassingen in petto, of een duidelijk wasrek, waarop de was keurig aan hetzelfde type knijpers hangt en waarbij van ver af reeds zichtbaar is wiens was het is.
Waarschijnlijk zal dit tijdschrift wel een grabbelton blijven, hooguit met een rode lijn. Coachend Nederland is een grabbelton van mensen met heel eigen visies. Dat blijkt ook uit het verslag van de boeiende discussie over Executive Coaching in dit nummer. Misschien moeten we de hoop maar laten varen dat coaches ooit op eenzelfde lijn komen, en volgens mij kunnen we daar ook heel blij om zijn. De coaches die ik ken, zijn bijna allemaal zonder uitzondering krachtige, eigenwijze mensen die niet bang zijn zich te laten zien en hun eigen pad te volgen. En volgens Churchill is dat juist nodig om anderen in beweging te laten komen. Frank van der Mijn schrijft in ‘Wat is coaching?’ dat de juiste grondhouding van de coach misschien wel te bestempelen is als liefde, die niet alleen zacht is, maar ook confronterend en streng. (Goede) coaches gaan het contact aan vanuit het hart, of het nu met een klant is of met een collega.
Volgens een artikel in de Volkskrant zijn er meer dan 20.000 coaches in Nederland. Joep Schrijvers vraagt zich in Vrij Nederland af wat het toch is dat de ene helft van Nederland de andere helft coacht. Was het maar waar! Hoe meer coaches mensen tot persoonlijke kracht begeleiden, hoe beter. In het artikel ‘De beste waar komt uit je hart’ lees je hoe Patrick Roozemond mensen begeleidt tot passie en bezield ondernemerschap, wat weer leidt tot plezier en minder ziekte. Als de coach van het artikel over Intercoach zijn collega begeleidt, zal hij efficiënter en gezonder werken. Of het verhaal in De paardenfluisteraar over reiki die de energie weer laat stromen. En als coach heb je toch ook een coach om je eigen kracht en passie in de wereld te zetten? Zestien miljoen coaches die vanuit respect de ander begeleiden. Wat zou Nederland dan mooi zijn!
Dat de discussie levendig mag blijven en graag niet al te braaf, zoals ook Hans Peter King in Uitgelicht opmerkt. Voor u een nieuwe grabbelton vol visies en eigen meningen, om de uwe aan te scherpen.