Eerste seksuele ervaring bepalend voor latere liefdesleven
Wat iemand bij zijn eerste seksuele contact ervaart heeft een grote invloed op de manier waarop men met seksualiteit in het verdere leven omgaat, concluderen Matthew Shaffer en Veronica Smith (2013). “Hoewel de eerste seksuele ervaring vaak wordt gezien als een belangrijke mijlpaal en een stap naar de volwassenheid, is dit de eerste volwaardige studie omtrent dat onderwerp,” aldus Schaffer. De onderzoekers ondervroegen 331 jonge mannen en vrouwen over hun ontmaagding, hun huidige seksleven en hun geluksgevoel. Mensen die zich de eerste keer geliefd en gerespecteerd voelden door hun partner haalden meer emotioneel genoegen uit daaropvolgende seksuele ervaringen. Mensen die vooral met angst en negativiteit aan die eerste keer terugdenken, bleken minder tevreden over hun huidige seksleven. “Deze studie bewijst niet dat een betere eerste keer altijd leidt tot een beter seksleven in het algemeen, maar wel dat het de toon zet voor de daaropvolgende jaren,” besluit Schaffer.
Referentie
Smith, C.V., & Shaffer, M.J. (2013). Gone But Not Forgotten: Virginity Loss and Current Sexual Satisfaction. Journal of Sex & Marital Therapy, Volume 39, Issue 2, 96-111.
Homopesten leidt tot zelfmoordgedrag
Homo-, lesbische en bi-jongeren die gepest worden op school, denken significant vaker aan zelfmoord dan homo-, lesbische en bijongeren die deze negatieve reacties niet meemaken. Ook doen zij vaker een zelfmoordpoging dan jongeren die van medeleerlingen geen negatieve reacties krijgen vanwege hun seksuele voorkeur. Dit komt naar voren uit nieuw onderzoek van Diana van Bergen en collega’s. “Zelfmoordgedachten en -pogingen onder homo-, lesbische en bi-jongeren zijn duidelijk geen individueel of psychiatrisch probleem. Het heeft te maken met de maatschappelijke omstandigheden; namelijk de negatieve houding ten opzichte van ‘homogedrag’ en alles wat daarbij hoort”, aldus onderzoeker Van Bergen. Het viel haar op dat homo-, lesbische en bi-jongeren vaak aangeven zichzelf te haten: “De jongeren die een zelfmoordpoging doen zien geen toekomst voor zich. Ze hebben het gevoel dat ze hun hele leven zullen worden vernederd en uitgesloten, zoals nu al op school gebeurt.”
MOVISIE en COC werken samen aan preventie van zelfmoordgedrag onder homo-, lesbische, bi- en transgenderjongeren. Op basis van verschillende onderzoeken ontwikkelden ze de website www.iedereenisanders.nl
Referentie
Bergen, D.D. van, Bos, H.M.W., Lisdonk, J. van, Keuzenkamp, S., & Sandfort, T.G.M. (2013). Victimization and Suicidality Among Dutch Lesbian, Gay, and Bisexual Youths. American Journal of Public Health, Vol. 103, No. 1 , pp. 70-72.
Seksualiteit na borstkanker onderbelicht
Sexual health of people with disability and chronic illness. Promotie dhr. H. Kedde. RUG, 23 januari 2013 Niet alleen tijdens de behandeling van borstkanker, maar ook daarna of bij een follow-up moet meer en gestructureerder aandacht zijn voor seksualiteit. Uit onderzoek van Harald Kedde naar jonge vrouwen met borstkanker blijkt dat zij na verloop van tijd weer seksueel actief worden. Aanvankelijk is dit vooral om de partner een plezier te doen, maar de vrouwen kunnen er zelf maar beperkt van genieten. Vooral het herstel van de subjectieve, individuele beleving van seksualiteit duurt lang. Dit hangt samen met het wel of niet kunnen of durven praten, de kwaliteit van de relatie en de fysieke belemmeringen ten gevolge van de behandeling. (bron: RUG)
Is er hulp bij seksuele problemen?
Slechts 6% van alle mensen met seksuele problemen krijgt professionele hulp. Voor slachtoffers van seksueel geweld geldt dit voor 20%. Wanneer wordt de stap naar hulpverlening gezet? En bij wie zoeken mensen hulp als ze te maken krijgen met seksuele problemen of seksueel geweld? ‘Is er hulp bij seksuele problemen?’ is een handig boekje voor professionals die op zoek zijn naar actuele cijfers en feiten over hulpverlening bij seksuele problemen en seksueel geweld. Onder ‘seksuele problemen’ vallen ontevredenheid met het seksleven, problemen met homo-/biseksuele gevoelens en problemen in het seksueel functioneren. De informatie is bij elkaar gezet om een overzicht te geven van de breedte van het hulp- en zorgaanbod voor seksuele problemen en seksueel geweld, hoe de diverse sectoren zich tot elkaar verhouden en wat daarbij de plus- en de minpunten zijn. Gratis download: shop.rutgerswpf.nl
Seksuele beleving jongeren cultureel bepaald
Marokkaanse, Turkse, Antilliaanse en Surinaamse jongeren tussen 11 en 22 jaar geven een andere betekenis aan hun ervaringen met seksualiteit, seks en liefde dan autochtone jongeren. Dat blijkt uit het recent gepubliceerde onderzoek ‘Laveren tussen autonomie en loyaliteit’. Veel jongeren worstelen in hun puberteit met het vinden van hun weg op het vlak van seksualiteit en liefde. Daarin verschillen allochtone niet van autochtone jongeren. Allochtone jongeren voelen zich echter meer dan autochtone jongeren, verbonden met hun ouders en de leefregels die ze van thuis meekrijgen. Culturele en religieuze waarden en normen hebben een sterkere invloed dan bij autochtone jongeren. Autochtone jongeren krijgen van huis uit vooral mee dat ieder individu, ook jongeren, recht hebben op het maken van eigen keuzes, en dat seks oké is als je eraan toe bent en het respectvol, gelijkwaardig, zonder dwang en veilig gebeurt. Allochtone jongeren krijgen soms een hele andere boodschap mee. Seksualiteit wordt meer in het volwassen leven geplaatst, als iets waar je als jongere niet mee bezig zou moeten zijn. Of seks is gekoppeld aan risico. Van seks komen kinderen en dan gaat je loopbaan eraan, krijgen meisjes én jongens te horen. Meisjes krijgen ook vaak als leefregel mee dat ze hun goede naam en die van hun familie niet moeten riskeren en dat ze hun eigenwaarde moeten behouden door niet te ‘gemakkelijk’ te zijn. Het onderzoek belicht zes manieren van denken die jongeren meekrijgen en gaat in op hoe jongeren daarmee omgaan. Vooral bij meisjes zijn er veel botsingen tussen wat zij zelf willen en wat de omgeving van ze verwacht. Meisjes reageren hier op vier manieren op: ze conformeren zich aan hun ouders, ze breken met hun ouders, ze gaan een geheim leven leiden of ze weten de twee leefwerelden te combineren en maken hun eigen normen. (bron: Rutgers WPF)
Referentie
Cense, M., & Dijk, L. van (2012). Laveren tussen autonomie en loyaliteit: Seksuele ontwikkeling en beleving van allochtone jongeren. Utrecht: Rutgers WPF. www.rutgerswpf.nl
Hoop voor slachtoffers kindermisbruik
Before and beyond: Stabilizing Group Treatment for Complex Posttraumatic Stress Disorder related to Child abuse Based on Psychoeducation and Cognitive Behavioral Therapy. Mevr. E. Dorrepaal. VUmc, 28 februari 2013 Eén op de tien vrouwen is als kind lichamelijk mishandeld of seksueel misbruikt. 50% hiervan ontwikkelt een posttraumatische stress stoornis (PTSS), met nachtmerries, flashbacks, vermijding van alles dat aan trauma doet denken, afvlakking van gevoel, overmatige waakzaamheid en dergelijke. Deze trauma’s in relatie met de ouders/verzorgers verstoren ook vaak de persoonlijkheidsontwikkeling. Kinderen leren daardoor niet op een gezonde manier met gevoelens om te gaan. Ze beschadigen zichzelf, hebben moeite met concentratie en geheugen, hebben een negatief zelfbeeld, moeite met persoonlijke contacten, onbegrepen lichamelijke klachten en gebrek aan toekomstperspectief. Er zijn aanwijzingen dat direct op de angst gerichte behandeling - wat wel goed werkt na een eenmalig trauma als bijvoorbeeld een bankoverval - meer risico op uitval en minder gunstige resultaten geeft. De onderzoeksresultaten van Dorrepaal zijn bemoedigend: na twintig weken stabiliserende behandeling verbeteren de klachten aanmerkelijk, evenals de hersenfunctie. Ook hoopgevend is dat, juist als de persoonlijkheidsontwikkeling het ernstigst is verstoord, deze behandeling goed vol te houden blijkt. Daarna is op angst gerichte vervolgbehandeling vaak mogelijk. (bron: VUmc)