Ruim eerst je eigen ‘rommel’ op
Congresverslag Counselling Summerschool: praktische én persoonlijke ontwikkeling
‘Counsellen vanuit een vergelijkbaar verleden als jouw cliënt is niet per se een meerwaarde om het vak goed uit te oefenen. Sterker nog, eigen pijn van de counsellor kan die van de cliënt zelfs verhogen. Ervaringsdeskundigheid kan hooguit pas wat opleveren, als de counsellor eerst zijn eigen ‘rommel’ heeft opgeruimd. Bovendien moet de counsellor erop alert blijven dat zijn of haar eigen ervaringen een blijvende valkuil vormen in de hulpverlening.’
Dit is een van de conclusies die de deelnemers trokken tijdens de eerste Counselling Summerschool in het Limburgse Simpelveld. De Summerschool is georganiseerd door Trudy bedoeld voor zowel counsellors in bedrijf als in opleiding. De rode draad is communicatie. Ruim dertig deelnemers doen een weekend lang ervaring op met diverse counsellingmethodieken en leren en passant meer over zichzelf, ter vergroting van hun eigen innerlijke stabiliteit.
Genogram en dramadriehoek
Een van de methodieken waarin de deelnemers zich verdiepen, is het ‘genogram’: een schema waarmee de persoonlijke overtuigingen van ouders en grootouders in kaart worden gebracht. Vaak neemt een kind de overtuigingen van vader of moeder onbewust over tijdens de opvoeding. Bij het invullen van het genogram gaat het dan ook om de vraag: ‘Wiens weggetje bewandel jij?’ en ‘Hoe behulpzaam of belemmerend zijn de bijbehorende overtuigingen voor jou?’ De summerschool deelnemers vullen het genogram voor zichzelf in, wat bij enkelen tot verrassende inzichten leidt.
Ook de dramadriehoek wordt besproken, die bestaat uit de rollen ‘redder’, ‘slachtoffer’ en ‘aanklager’. De deelnemers leren dat counsellors nogal eens de neiging hebben in de valkuil van de dramadriehoek te stappen. Zij werpen zich op als redder van hun cliënt, omdat ze denken te weten wat deze voelt en nodig heeft. Daarmee bevestigen ze hun cliënt in de rol van slachtoffer en stemmen zij, zonder zich daarvan bewust te zijn, eenzijdig hun gesprekken af op zichzelf. Cliënten voelen zich niet erkend en wisselen de rol van slachtoffer in voor die van aanklager; ze worden boos op de counsellor. De counsellor op zijn of haar beurt schiet vanuit de reddersrol ook naar de rol van aanklager, verbaasd of boos als hij is omdat de cliënt niet dankbaar is voor de geboden hulp. Drama compleet.
Omdat de dramadriehoek versterkt kan worden door de persoonlijke overtuigingen van de counsellor, is het belangrijk deze goed te onderzoeken. De deelnemers krijgen dan ook de opdracht om het genogram er weer bij te pakken en hun eigen valkuilen rond de dramadriehoek in groepjes in kaart brengen.
Speelse oefeningen
Naast deze meer zakelijke methodieken is er ook ruimte voor speelse oefeningen, zoals het tekenen van het ‘eiland van de belevingswereld’. De deelnemers leren samen met hun cliënt een landkaart te tekenen, waarmee ze de route van probleem naar oplossing op een creatieve manier letterlijk in kaart kunnen brengen. De oefening leidt tot fraaie beelden en dichterlijke benamingen als ‘Strand van de vertwijfeling’ en ‘Doorwaadbare plaatsen’ in een rivier, op weg naar het kasteeltje ‘Studie afgerond.’
Ook wordt een oefening gedaan met ‘opstellingen’, een methodiek om meer inzicht te krijgen in een vraagstuk door het visueel uit te beelden. Dit kan worden gedaan met poppen, maar ook met mensen die de betrokkenen representeren. “Om ruis op de lijn te voorkomen is het wat mij betreft cruciaal dat de persoon die opgesteld wordt geen weet heeft van de vraag die de opsteller heeft”, stelt counsellor en begeleider Trudy van Bochove. De oefening leidt tot ontroerende taferelen en voor een aantal verraste deelnemers inderdaad tot een antwoord op hun niet uitgesproken vraag.
Opruimen
De oefeningen blijken een goede voedingsbodem te hebben gelegd voor een debat over de stelling: ‘Ervaringsdeskundigheid: competentie of valkuil?’ Eén steeds terugkerend inzicht: ervaringsdeskundigheid is niet per se een meerwaarde voor vakbekwaam counsellorschap. Er zijn juist veel valkuilen, zoals ‘leedconcurrentie’ en ‘compassiemoeheid’. Een ander gevaar: de persoonlijke ervaringen van de counsellor worden een op een geprojecteerd op de cliënt, terwijl die heel andere gevoelens bij de gebeurtenis kan hebben. Ervaringsdeskundigheid expliciet inzetten als ‘unique selling point’ - zoals vaak op websites te lezen is - kan bovendien leiden tot de beruchte dramadriehoek. Misschien zelfs een bermudadriehoek waarin de cliënt gekwetst verdwijnt en nooit meer terugkomt, boos of verdrietig als hij of zij is op de counsellor, die zich door gebrekkig zelfinzicht van geen kwaad bewust is.
Wijze lessen
De oefeningen en gesprekken in het weekend zijn duidelijk niet alleen van belang voor de cliënten van de deelnemers, maar ook zeer verrijkend voor henzelf. Ook counsellors, of misschien juist zij, moeten hun ‘levenshuiswerk’ blijven doen; een opgeruimd hoofd counselt immers netjes. Met deze wijze lessen en een schat aan nieuwe methodieken keren de deelnemers na twee intensieve dagen tevreden huiswaarts.
De Counselling Summerschool vond plaats op 20 en21 augustus 2011 onder leiding van Trudy van Bochove, docent/trainer counselling en organisator, en Trudy van der Jagt, psycholoog NIP. De deelnemers ontvingen hiervoor 6 PE punten ABvC en 10 PE punten NFG. De Summerschool 2012 staat gepland voor augustus 2012 (onder voorbehoud). www.probalanza.nl
Peter le Nobel en Annemarie de Groot, deelnemers Counselling Summerschool 2011
Trend: het nieuwe scheiden is bij elkaar blijven
Wanneer je weinig heil meer ziet in je relatie lijkt scheiden een logisch vervolg. Toch is bij elkaar blijven vaak beter, blijkt uit onderzoek. En al helemaal als er kinderen zijn.
Vooral wie een middelmatige relatie beëindigt, gaat hard achteruit in welbevinden, zo ontdekte de Amerikaanse onderzoeker Paul Amato. Van de stellen die waren gescheiden had ongeveer de helft grote huwelijksproblemen gehad. Ze hadden heftige ruzies, deden nauwelijks nog leuke dingen samen en waren erg ongelukkig met elkaar. Deze groep werd gemiddeld iets gelukkiger van een scheiding.
Het was vooral de andere helft van de gescheiden koppels die de onderzoeker verbaasde. Bij hen leek er eigenlijk niet zoveel aan de hand te zijn. Ze maakten weinig ruzie, voelden zich toch nog best tevreden met hun relaties, ondernamen nog dingen samen, en er waren wel problemen, maar niet zo heel veel. Het waren dus geen droomrelaties. Door te scheiden hoopten deze mensen meer uit het leven te halen en van een 6 of een 7 een 9 te maken. Maar zowel mannen als vrouwen uit dit soort huwelijken voelden zich gemiddeld juist een stuk ellendiger door de scheiding.
Er is nog een groot nadeel aan het opbreken van relaties die niet dramatisch slecht zijn. Want vaak is er een derde partij bij betrokken: de kinderen. Uit onderzoek blijkt dat juist voor hen de scheiding moeilijk te verkroppen is. Alleen als ouders echt heel heftige ruzies hebben en vijandig staan tegenover elkaar, zijn kinderen er bij gebaat als ze uit elkaar gaan. Maar bij een middelmatig huwelijk schieten ze niets op met de scheiding: ze hadden immers best een prima en stabiel gezinsleven. Het is dan ook een mythe dat kinderen beter worden van een scheiding omdat hun ouders zich er prettiger door voelen. In de eerste plaats knappen ouders vaak helemaal niet zo op van een scheiding. Daarnaast hebben kinderen veel minder last van een ongelukkig huwelijk dan de ouders zelf. En van een scheiding hebben ze wél last.
Sinds de negatieve effecten voor de kinderen steeds bekender zijn geworden bij het grote publiek, kiezen meer mensen ervoor om toch bij elkaar te blijven. Dat geldt vooral voor hoogopgeleiden, zegt Ed Spruijt van de Universiteit van Utrecht. Veel ouders die op het punt van scheiden stonden en hulp hebben gezocht, zijn achteraf heel blij dat ze bij elkaar zijn gebleven. Als het woord ‘scheiden’ eenmaal is gevallen, is het niet gemakkelijk om toch te besluiten bij elkaar te blijven. “Het is een moeilijk keerpunt”, erkent ook relatietherapeute Susanne Donders. “Het is dan belangrijk om in het beginstadium nog niet te veeleisend te zijn. Begin eerst maar eens met verbondenheid en vriendschap, door met elkaar te bespreken wat je belangrijk vindt en waar je behoefte aan hebt, en elkaar gerichte aandacht te geven. Nog beter is om in een vroeger stadium aan je relatie te gaan werken, en te voorkomen dat het woord ‘scheiden’ valt.”
(Bron: Psychologie Magazine)