Ik was 21 toen mijn moeder overleed aan longkanker. We hadden een goede en warme band. Ook al zeiden we het niet altijd zo expliciet tegen elkaar, we gaven ontzettend veel om elkaar. Er was veel liefde en humor. Ik was in die periode bezig om zelfstandig te worden en mijn eigen leven invulling te geven (ik woonde inmiddels een aantal jaren op kamers). Maar tegelijkertijd was mijn moeder nog altijd heel belangrijk voor mij. Zij wist altijd goed te peilen hoe het met me ging, stelde me vragen en liet zich niet zomaar afschepen.