“De toetsing moet van voldoende kwaliteit zijn”. Bij accreditaties is de wijze waarop de toetsing is ingericht, en de manier waarop studenten worden uitgedaagd het eindniveau aan te tonen, een belangrijk gespreksonderwerp. Toch blijkt niet altijd vanzelfsprekend wat er dan exact verstaan moet worden onder de begrippen ‘toetsing’ en ‘kwaliteit’. Te vaak wordt bij toetsing uitsluitend gesproken over de kwaliteit van de toetsen, maar wordt niet vanzelfsprekend stilgestaan bij andere elementen die de kwaliteit van toetsing bepalen, zoals het toetsbeleid en de toetsorganisatie. Daarnaast rijst nog geregeld de vraag wat exact verstaan wordt onder ‘voldoende kwaliteit’: wanneer is er daadwerkelijk sprake van voldoende kwaliteit, en hoe kunnen opleidingen zelf regie nemen over deze kwaliteit? De afgelopen jaren zijn er veel activiteiten ingezet met als doel meer grip te krijgen op het concept ‘kwaliteit van toetsing’. In dit artikel wordt een kort overzicht gegeven van de opbrengsten die deze activiteiten hebben opgeleverd, en wordt toegelicht hoe de eerste opbrengst – een theoretisch kader voor het concept ‘kwaliteit van toetsing’ – is doorontwikkeld tot een praktisch kwaliteitszorginstrument: het toetsweb 2.0.