Mindful Leiderschap
Mindful Leiderschap: Voor effectieve teams in organisaties
Wibo Koole. Business Contact, 2012. ISBN 978 90 470 0557 5
Het boek ‘Mindful leiderschap’ van Wibo Koole, beschrijft in 206 pagina’s het nut van mindful handelen, op individueel, team- en organisatieniveau.
Nu hoef ik zelf niet meer overtuigd te worden van de effecten van mindfulness. Ik weet wat het me brengt wanneer ik de dingen die ik doe, met volle aandacht doe. Het heeft gunstig effect op de kwaliteit (en snelheid) van mijn werk, maar ook op mijn relaties met anderen. Dat houd ik zelf al drie jaar lang mijn cursisten in zentrainingen voor en ik heb er al te veel enthousiaste verhalen over terug gehoord om nog te twijfelen aan de positieve effecten van ‘aandacht’. Ik had gehoopt dat ik na het lezen van Wibo’s boek beter zou snappen waarom dit precies zo werkt, maar helaas heeft hij voor mij niet meer licht op die ‘black box’ kunnen werpen.
Het boek is gelardeerd met veel praktijkoefeningen. Die zijn goed uitvoerbaar, zowel door absolute beginners als door gevorderde mindfulnessbeoefenaars. Ze voegen echt wat toe aan het boek. Ook zijn er talloze citaten van cursisten uit Wibo’s trainingen opgenomen: herkenbaar, paradoxaal, verrassend. Verder geeft de auteur er blijk van zeer belezen te zijn. Elk hoofdstuk eindigt met een imposante literatuurlijst met goeie leestips.
Mij persoonlijk spreken de hoofdstukken waarin mindfulness op individueel niveau besproken wordt, het meest aan. Een mindful opererende leidinggevende, dat is waar ‘mindful leiderschap’ wat mij betreft over gaat. Het loont de moeite, voor iedere leidinggevende. Die boodschap is al krachtig genoeg in zichzelf. Die behoeft voor mij geen verdere verantwoording of franje.
De inleiding van het boek geeft echter eerst een overzicht van actuele ontwikkelingen in organisaties. Geschetst wordt dat er een steeds groter appel gedaan wordt op flexibiliteit, creativiteit en innovatiekracht. Wat mij betreft hoort dit niet exclusief thuis in een boek over mindful leiderschap. Wanneer je een willekeurig managementboek openslaat, zou deze inleiding erin kunnen passen.
Datzelfde bezwaar heb ik ook tegen de hoofdstukken die over mindfulness op team- en organisatieniveau gaan. Hierin staan volgens mij algemeen geaccepteerde, moderne managementnoties beschreven. Ik ken de valkuil om vanuit eigen enthousiasme over aandachttraining, werkelijk allerlei positieve effecten hieraan toe te schrijven, maar om nu een zo breed scala aan organisatietheorieën (Schein, Senge, Weick, Scharmer, et cetera) als uitingen van ‘mindful leiderschap’ te zien, dat gaat mij te ver.
Desalniettemin: een doorwrocht boek over inzet van mindfulness in organisaties, waar de bevlogenheid van afspat.
Claudia van Orden - P&O-beleidsadviseur en zenbeoefenaar
Haal je kop uit het zand!
Haal je kop uit het zand! Leren met zichtbaar resultaat
Stephan Obdeijn & Metteke Lubberts. Performa 2013. ISBN 978 90 768 3469 6
Dit boek is geschreven voor hrd-professionals, terwijl ik van mening ben dat iedere leidinggevende verantwoordelijk voor dit issue dient te zijn en dit boek gelezen zou moeten hebben.
Het boek gaat over organisaties die veel in hun medewerkers investeren door middel van opleiding en training. Maar het effect van deze investering wordt niet gemeten of onderzocht. Draagt deze investering bij aan de organisatiedoelen? Wat levert het financieel op? In hoeverre ontwikkelen medewerkers zich en draagt deze extra investering bij aan hun prestaties?
Het boek beschrijft een vijfstappenmodel waarmee het resultaat van de investering in opleiding en training meetbaar gemaakt kan worden. Het model is tevens digitaal beschikbaar en doorloopt dezelfde stappen. Het boek begint met een aantal theorieën die uiteengezet worden als basis voor het model. Ieder hoofdstuk sluit af met een checklist, waarmee je als lezer wordt uitgenodigd om binnen je eigen organisatie het evaluatieproces te analyseren.
De teksten zijn onderbouwd met tabellen en voorbeelden uit de praktijk. De voorbeelden zijn van grote organisaties die met dit issue aan de slag zijn gegaan.
Mijn totaalbeeld van dit boek: een herkenbaar en een leesbaar handboek voor organisaties, dat een waardevolle toevoeging kan zijn; zeker in deze tijd van economische crisis waarbij kritisch naar de financiën wordt gekeken. Vandaar ook de titel ‘Haal je kop uit het zand’. Ga je aan de slag met een evaluatieproces of ga je door zoals je als organisatie altijd hebt gedaan?
Renée Braken–Krol
Systemisch TransitieManagement
Systemisch TransitieManagement: Neem voor de verandering de makkelijke weg!
Maaike Thiecke & Bianca van der Zee. Boom/Nelissen, 2013. ISBN 978 90 244 0233 5
Woordspeling en ondertitel: dit boek is bedoeld om omgaan met veranderingen makkelijker te maken. Er zijn twee delen; deel één beschrijft de theorie, deel twee de praktische toepassing. Daartussen is een hoofdstuk gewijd aan de omgang met emoties en het geheel sluit af met een overzichtsschema.
De auteurs richten hun onderzoek en werk op het belevingsniveau van mensen tijdens veranderingsprocessen en werken dat uit aan de hand van vijf transitiefasen: Urgentie – Loslaten – Niet weten – Creatie – Nieuw begin. Dat roept associaties op met de U-theorie die overigens niet genoemd wordt. De lezer wordt kort meegenomen langs enkele systeemtheoretische uitgangspunten en maakt een uitstapje naar emoties en emotiemanagement. Benadrukt wordt de betekenis van niet-functioneel gedrag, gedrag dient altijd een doel. Door de betekenis achter dat gedrag te onderzoeken en daarop adequaat te reageren help je mensen in beweging te komen. Per transitiefase reiken de schrijfsters toepassingsmogelijkheden aan. Toch gaat hier iets mis. Bij het thema ‘urgentie’ krijgt de lezer uitleg over het belang van urgentie zelf, alle thema’s uit de voorafgaande hoofdstukken komen voorbij, deels gerelateerd aan urgentie en deels opnieuw toegelicht of uitgewerkt wat resulteert in een stortvloed aan informatie. Dit patroon wordt bij iedere fase herhaald.
Positief zijn het enthousiasme van beide vrouwen om veranderen toegankelijk en makkelijker te maken evenals de vanzelfsprekendheid waarmee ze alles wat bruikbaar is verzamelen en inzetten. De vele voorbeelden zorgen voor een mooie balans tussen theorie en praktijk.
Doordat de auteurs geen keuze hebben gemaakt ontbreekt de focus. Er spreekt geen duidelijke visie uit het geheel en ik ontdek geen nieuwe inzichten. Voeg daarbij dat het taalgebruik in deel I bij momenten slordig is: dilemma’s, aannames en opvattingen worden door elkaar gebruikt en het onderscheid tussen mensen en systemen vervaagt in het tweede deel. Ik raak daarvan in de war. Ten slotte verlies ik mijn belangstelling door een te veel aan algemeenheden en een potpourri van bekende theoretische kaders die het zicht op de aangewezen kern – het dysfunctionele gedrag – verduisteren.
Ellen Kuners of Koenders – Organisatie & Relatie Systeem Coach
Hoe bouw je een High Performance Organisatie?
Hoe bouw je een High Performance Organisatie? Vijf universele factoren van excellent presteren.
André de Waal. Van Duuren Media, 2013. ISBN 978 90 896 5150 1
Het boek maakt een solide indruk en het uiterlijk en het letterlijke gewicht van het boek scheppen een verwachting ten aanzien van de inhoud. De eerste vraag die in mij opkwam was of André de Waal er daadwerkelijk in was geslaagd om op wetenschappelijke wijze aan te tonen hoe je van een gemiddeld presterende organisatie een zeer goed presterende organisatie kunt maken. Een ‘High Performance Organisatie’ (HPO) ‘zoals De Waal dit zelf noemt’ is een organisatie die gedurende vijf of meer jaren zowel financieel als niet financieel beter scoort dan vergelijkbare organisatie. Het betreft dus geen eenmalige succesjes.
De opbouw van het boek is helder en het is doorspekt met aansprekende voorbeelden uit de praktijk. De Waal legt uit hoe hij tot het onderzoek is gekomen en gaat telkens in een apart hoofdstuk in op de vijf factoren die gezamenlijk de HPO-factoren vormen. Het HPO-raamwerk bevat vijf factoren die volgens het wetenschappelijk onderzoek van De Waal, organisatie kunnen helpen hun resultaten te verbeteren.
Naast het onderzoek naar deze factoren heeft De Waal met zijn HPO Center veel organisaties gevolgd die met deze factoren aan de slag zijn gegaan om verder vast te kunnen stellen in hoeverre het gebruik van het HPO-raamwerk ook daadwerkelijk tot voordelen zou leiden. In de praktijk is gebleken dat zowel financiële als niet financiële resultaten door het werken met het HPO-raamwerk werden verbeterd. Het blijkt dus te werken.
Is deze HPO-benadering dan echt iets nieuws? Volgens mij niet. De factoren die De Waal benoemt kom je ook tegen in andere theorieën en modellen over verbeteren van resultaten en rendementen. In veel kwaliteitsmodellen zijn ze op een of andere manier terug te vinden.
De Waal laat daarnaast na om leiders die met het HPO-raamwerk aan de slag willen een duidelijke aanpak te bieden. Zoals hij zelf schrijft: “Het raamwerk omvat geen instructies of recepten die managers blindelings kunnen volgen. Dat is slecht nieuws voor slechte managers omdat het HPO-raamwerk geen blauwdruk is.”
Wel is De Waal erin geslaagd alles wetenschappelijk te onderbouwen en dat kan niet van elke managementtheorie worden gezegd.
Het boek is zeker de moeite waard omdat het ruim gelardeerd is met veel herkenbare voorbeelden uit de praktijk. De Waal legt daarnaast de vijf factoren helder uit en geeft aan de hand van praktijksituaties toch goede voorbeelden hoe je er als verantwoordelijk manager (liever leidinggevende) mee aan de slag zou kunnen. Het gezond boerenverstand zal hier volgens De Waal goede managers helpen het juiste te doen.
Peter van Dam
De organisatie draait door
De organisatie draait door: Televisieprogramma’s als inspiratiebron voor organisatieverandering.
Simon van der Veer, Tamira Nicolai-van Vught & Wouter Hendrikx. Van Duuren Management, 2013. ISBN 978 90 89 5144 0
De achterflap belooft dat het een praktisch boek is om op een frisse manier naar organisatieverandering te kijken. In tien hoofdstukken wordt die belofte ingelost. Je krijgt allerlei handvatten aangereikt om eens af te wijken van de gebaande paden bij het oplossen van organisatieproblemen.
Ik hou van dit soort boeken, omdat ze een creatieve en praktische manier bieden om anders met de werkelijkheid om te gaan. Laat die blik maar kantelen en kijk wat er dan uitkomt. Dus ik was benieuwd hoe die bekende televisieprogramma’s – van ‘De wereld draait door’ en ‘Wie is de Mol?’ tot ‘Boer zoekt vrouw’ en ‘Nederland van boven’ – zouden worden ingezet. De opbouw is helder: per hoofdstuk wordt kort uitgelegd hoe het programma is opgebouwd, waarna de vertaalslag naar het zakenleven volgt. Je krijgt voorbeelden over hoe je het programma kunt inzetten en er worden steeds praktijkvoorbeelden gegeven, zoals de KlantArena van de Hogeschool Utrecht of hoe Lego co-creatie heeft ingezet om te overleven. Zo laat elk hoofdstuk op verschillende manieren zien hoe die andere aanpak zich in de praktijk heeft vertaald en wat het heeft opgeleverd.
Voor mij ligt de kracht van ‘De organisatie draait door’ erin dat het laat zien hoe eenvoudig het eigenlijk is om de dingen eens anders aan te pakken: niet emmeren, gewoon doen. Het is geen zware managementkost, wat meteen ook de valkuil van het boek is: het nodigt uit om erdoorheen te ‘rausen’, zo gemakkelijk leest het weg. Je moet je wel ‘beschikbaar stellen’, zoals Loes Wouterson bijna op het eind zegt, en willen nadenken over wat elk hoofdstuk je nu eigenlijk te bieden heeft en hoe je het in je eigen team of organisatie kunt toepassen.
Marion Kriele
Spiegel aan de top
Spiegel aan de top: Over de praktijk van een executive coach. Persoonlijke gesprekken met bestuurders, coaches en toezichthouders.
Yvonne Burger. Mediawerf, 2013. ISBN 978 94 904 6326 7
Een loomheid doet weken verloren raken,
Het vluchtig moment wordt door zorgen vertraagd,-
Maar het hart is een bouwer, geen doodskistenmaker:
Een timmerman is het, die bidt en die zaagt.
Vrolijk zal hij een lusthuis bouwen,
Blanke planken - geen koud graniet.
Al denken wij dat we niet vertrouwen:
Ons hart gelooft, behoedt ons, ontziet.
(Michail Koezmin, vertaling: Anne Stoffel)
Laat ik maar met de deur in huis vallen. Yvonne Burgers ‘Spiegel aan de top’ is een heerlijke en belangrijke aanwinst in de boekenkast van de (aankomende) coach. Mij troffen de ontnuchterende toegankelijkheid en de kernvragen voor ons ambacht die het de lezer voorhoudt. Niet ‘uit een boekje’, maar verweven met de kraakheldere praktijk: mensen zelf aan het woord.
Voor haar boek interviewde Burger executives, coaches en enkele commissarissen. Wat ik zo ontzettend mooi aan het boek vind, is dat de interviews laten zien hoezeer er geen standaardaanpak of -manier is die een coach succesvol maakt of niet. Zo laten de geïnterviewden heel verschillende behoeften zien. Soms praktisch, soms spiritueel, soms met aandacht voor de ervaringen in de jeugd (en soms juist helemaal niet), soms man, soms vrouw, soms wat ouder, soms geaccrediteerd, enzovoort. Dat is een aanmoediging voor de coach: experimenteer, leer en groei!
Burger geeft aan dat de verschillen tussen executive coaching en het coachen van professionals vooral tot uiting komen in de context waarin de bestuurder opereert. Ben ik als coach in staat om die (politieke) context te begrijpen en daarin te schakelen? Dat ervaar ik inderdaad als een belangrijk verschil, dat vraagt ook om meer dan algemene coachingsskills. Onder meer wellicht, zoals één van de bestuurders het uitdrukt: “…hetzelfde intellectuele niveau: een heel belangrijke slagingsvoorwaarde”. De auteur geeft aan dat het belangrijkste verschil echter is het gevoel van macht en onmacht dat bij de coachee wordt opgeroepen en ook reflectie vraagt bij de coach. Dat komt er volgens mij op neer dat de coach goed en doorleefd zicht heeft op zijn thema’s van overdracht en ziet wanneer hij in parallelle processen terecht komt. Maar is dat nu in essentie niet het verschil tussen een goede en een slechte coach, minder het verschil tussen een executive en een niet-executive coach?
Wat maakt de (executive) coach succesvol? Ik lees vooral: de confrontatie met een open hart. De goede coach benoemt wat er is, legt waar nodig een vinger op een zere plek, stelt (lastige) vragen, bevordert (zelf)acceptatie en houdt vol. Zijn oordeel stelt hij uit.
Het hart van de coach bidt, bouwt en zaagt.
Jakob van Wielink, verliesdeskundige en verander- en leiderschapscoach
Doceri
Gebruik je iPad als een interactief whiteboard, maak een opname van je presentatie met jouw gesproken tekst, en bedien je computer vanaf je iPad met Doceri.
Met de tools van Doceri maak je handgeschreven presentaties. Je kunt zelf de tekeningen maken en bestaande foto’s, plaatjes of achtergronden gebruiken. Van een presentatie kun je een digitale opname maken, die je vervolgens kunt bewerken. Zo neem je je eigen stem als voice-over op, voeg je foto’s toe en neem je het proces van het tekenen of schrijven als video op, zodat er een getekende film ontstaat. De presentatie kun je als pdf of als audio- of videobestand verspreiden.
In combinatie met Doceri voor je computer kun je met de iPad draadloos programma’s van je computer bedienen of presentaties geven op een smartboard of met een beamer. Hierdoor kun je live in de training een presentatie opbouwen.
Doceri kun je op verschillende manieren inzetten, gecombineerd met computer en beamer, bijvoorbeeld bij:
- PowerPointpresentaties via je iPad, die je tijdens de presentatie voorziet van markeringen en figuren om de boodschap te verduidelijken;
- het live tekenen van een model of schema tijdens een training. Anders dan bij een traditionele beamerpresentatie, waarbij de presentatie vooraf vaststaat, kun je zo de presentatie in interactie met je deelnemers opbouwen. Omdat je niet – zoals bij een smartboard of flipover – met je rug naar het publiek staat, houd je makkelijk contact met je deelnemers;
- zelfstudiemateriaal en voorbereidingsopdrachten. Er is weinig vaardigheid voor nodig om een opdracht te maken die er aardig uitziet. Mede dankzij de opnamemogelijkheden kun je meerdere zintuigen (auditief en visueel) prikkelen;
- het instructies geven van een computerprogramma, waarbij de deelnemers stap voor stap kunnen meekijken op het scherm.
Doceri voor de iPad is gratis. De desktopvariant kun je gratis uitproberen (met watermerk). De app is ook verkrijgbaar als betaalde variant (zonder watermerk).
Wij waarderen Doceri met een 8. Het is een eenvoudige tool om een presentatie te maken die er met weinig inspanning al professioneel uitziet. De app speelt goed in op de trends zoals flipped classroom en getekende instructievideo’s. Het helpt wel als je een aardig leesbaar handschrift hebt en een beetje kunt tekenen. Dus ben je trainer en wil je de traditionele stiften en flipover eens thuis laten? Dan is deze app echt wat voor jou!
Eelco Maatman, adviseur, eigenaar van Eelc. en geassocieerd aan EMC
Jessica Santee, adviseur bij EMC