In juni organiseerde de redactie van De Nieuwe Meso een lezersbijeenkomst over leiderschap voor het onderwijs van de toekomst. Deelnemers, waaronder wetenschappers, schoolleiders en adviseurs, verkenden de contouren van toekomstig schoolleiderschap. Iedereen was het erover eens dat de ontwikkelingen die de toekomst van het schoolleiderschap - of misschien beter van het leiderschap in het onderwijs - gaan bepalen, nu al zichtbaar zijn in. “De toekomst is er al”, aldus een van de deelnemers. Met name twee ontwikkelingen werden in dit verband naar voren gebracht. De eerste betrof de flexibiliteit van het leiderschap in de school. Het leiderschap voor de hele onderwijsorganisatie kan niet langer belegd worden bij één persoon of een klein team van schoolleiders. Scholen denken nu al na hoe zij het leiderschap beter kunnen inrichten door het te spreiden. De tweede ontwikkeling raakt de steeds hechter wordende relatie tussen school en maatschappelijke context. Hierbij gaat het om maatschappelijke ontwikkelingen waar het onderwijs niet omheen kan en die het onderwijs en daarmee het onderwijsleiderschap ingrijpend (gaan) veranderen. Denk aan technologische ontwikkelingen, zoals digitalisering en robotisering, maar ook aan maatschappelijke ontwikkelingen zoals globalisering, etnische en culturele diversiteit. Door de snelheid van deze en andere veranderingen, zal het onderwijs ook sneller passende antwoorden moeten zien door te vinden. Ook dit doet een beroep op de flexibiliteit van de onderwijsorganisatie, net zoals de eerste ontwikkeling. Oude, vaak hardnekkige routines werken dan niet altijd meer.