In de tijd dat ik me met arbeidsre-integratie van werkzoekende jongeren bezighield, ontmoette ik een jonge Molukse vrouw die graag wilde dat ik haar cv en sollicitatiebrief van feedback voorzag. Uiteraard stemde ik toe en zij mailde mij de documenten. Toen ze bij mij terugkwam om mijn feedback te horen en die te bespreken was mijn eerste opmerking: “Jouw brief blinkt uit door het perfecte Nederlands!” Dat was waar en het leek mij niet verkeerd om met een welgemeend compliment te beginnen. Ze reageerde echter als door een wesp gestoken. “Jij dacht zeker dat wij zwartjes geen Nederlands konden schrijven hè?” Ik schrok van haar reactie. Ik probeerde te vertellen dat haar brief qua taalgebruik echt goed was. Na elk argument dat ik inbracht, groeide haar woede. Ze beschuldigde me zelfs van racisme. Mijn ontkenning werkte als olie op het vuur. Ze stond op, beende mijn kamer uit en sloeg de deur met een klap achter haar dicht, mij wat verdwaasd achterlatend. Ik heb haar nooit meer gezien.