In dit artikel onderscheid ik twee definities van het begrip tijd: als een lineair, mechanisch proces en als een cyclisch, organisch proces. In de omgang met ziekte hanteren wij vaak impliciet het lineaire, mechanische tijdsbegrip. Herstel van ziekte is echter meer gebaat bij gebruik van het cyclische, organische tijdsbegrip. Aan de hand van twee ziektegeschiedenissen reflecteer ik over de invloed van het tijdsbegrip, probeer ik het cyclische, organische tijdsbegrip te verhelderen en de stelling te verdedigen dat een explicieter gebruik daarvan vruchtbaar is in de omgang met ziekte.