Als onderzoeker van TNS NIPO was mijn verwachting hooggespannen toen ik startte met de voorbereidingen van het ondernemerspeil, waarin ik ondernemend Nederland vragen stel over de investering in vitaliteit. Vitaliteit is voor mij een fundamenteel onderwerp in mijn leven en ik vind het heel belangrijk om er tijd voor vrij te maken.
U herkent het vast dat het soms een opgave is om alle ballen in de lucht te houden en daarbij ook nog aandacht te hebben voor gezond eten, sporten en reflectie. Als mijn werkgever mij hierbij enigszins kan ondersteunen, vind ik dat mooi meegenomen! Ik ben blijkbaar niet de enige die bezig is met vitaliteit. Wanneer ik googel op vitaliteit, krijg ik meer dan een half miljoen hits. En wanneer ik me verder verdiep in het onderwerp, concludeer ik dat investeren in een vitale medewerker veel oplevert: mensen werken in vitale organisaties met meer plezier en ze passen zich gemakkelijker aan bij veranderingen. Medewerkers zijn energieker, klanten meer tevreden, het ziekteverzuim en onnodig verloop laag. Welke werkgever wil niet investeren in vitaliteit?
Ook de overheid vindt vitaliteit een belangrijk onderwerp. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt 22 miljoen euro vrij voor projecten, om werknemers gezonder en langer aan het werk te houden. Tenslotte moeten we allemaal langer doorwerken en dan is het noodzakelijk om vitaal te blijven.
Wat is de stand van zaken?
Nog maar weinig bedrijven werken actief aan de gezondheid van hun medewerkers. Minder dan de helft van de mkb-werkgevers geeft aan actief (34 procent) of zeer actief (zes procent) bezig te zijn met de (lichamelijke of geestelijke) gezondheid van haar medewerkers. Het gaat hier overigens om aanvullende acties en niet om verplichte veiligheidsmaatregelen. Deze groep ‘actievelingen’ noemt opvallend vaak een pragmatische reden als belangrijkste drijfveer om een investering te doen in vitaliteit, namelijk het terugdringen van verzuim. Wanneer organisaties investeren in gezondheid bieden ze vooral een collectieve ziektekostenverzekering, verzuimbegeleiding, mogelijkheden om parttime te werken en/ of flexibele werktijden aan. Geestelijke ontspanning (bijvoorbeeld yoga, meditatie en mindfulness), of programma’s tegen stress bungelen onderaan in de lijst. Werkgevers schatten in dat gezonde voeding en de aanmoediging om voldoende pauze te nemen het meeste bijdragen aan de gezondheid van medewerkers, hoewel men er nog weinig actief mee bezig is. De belangrijkste reden om niet te investeren in vitaliteit is dat de werkgever zich niet verantwoordelijk voelt voor de gezondheid van een medewerker. Zo geeft een werkgever bijvoorbeeld weer: “Dit laat ik aan mijn werknemers over. Zij weten zelf wel wat goed voor hen is en hoeven geen inmenging van de werkgever.” Een andere organisatie zegt: “Dat is de taak van onze medewerkers, het zijn stuk voor stuk volwassen mensen.” Helder, de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de werknemer. Maar een werkgever kan wel een handje helpen.
Hogeschool van Amsterdam
Eén van de organisaties die zich verantwoordelijk voelt voor de vitaliteit van haar medewerkers is de Hogeschool van Amsterdam (HvA). De HvA nodigt haar medewerkers uit (meer) aandacht te geven aan de keuzes die je maakt. Keuzes over hun loopbaan, maar ook de keuze om bijvoorbeeld op de automatische piloot met twee boterhammen met kaas de dag te beginnen. Op dit moment zijn de acties van de HvA nog vrijblijvend en vooral stimulerend bedoeld (bijvoorbeeld in de vorm van een magazine over vitaal werken bij de HvA, of een vitaliteitsweek met prikkelende workshops), maar in de toekomst wil de HvA haar medewerkers meer aanspreken op hun verantwoordelijkheid om over dit soort vragen na te denken. Want uiteindelijk is iedereen erbij gebaat dat leerlingen een bevlogen docent voor de klas zien staan die – ook op de langere termijn – zich uitgedaagd voelt en vitaal is. Ik hoop dat deze editie u inspireert om vitaliteit (nog) een stap verder te brengen in uw organisatie. Niet alleen omdat het verzuim tegengaat, of medewerkers beter laat presteren, maar ook omdat u het medewerkers dan net wat makkelijker maakt!
Een vitale groet,
Eline Steenhuisen, redactielid bij TVOO en onderzoeksadviseur bij TNS NIPO