In mijn coachruimte hangt de spreuk: “Een mensch heeft zoo veel vrijheid als hij nemen durft” (Dominee N.J.C. Schermerhorn, 1866-1956). Een cliënt kijkt er steeds naar en zegt: “Ik kan me er niet van los maken. Dit is nou precies wat ik niet durf: mijn vrijheid nemen.” Een andere passant in de coaching kijkt er ook gefascineerd naar en zegt: “Ja dat klopt wel. Ik ben alleenverdiener en moet ons gezin onderhouden, dus ik kan maar beter niet te veel vrijheid pakken.” Een derde coachee ziet dezelfde spreuk en zegt: “Mooie spreuk: een mens heeft zoveel wijsheid als hij nemen durft.” Ik vraag of hij het nog eens wil lezen en nog eens… pas de vierde keer ziet hij zijn freudiaanse ‘verlezing’. Wat een spreuk uit 1899 dus nog kan oproepen…