De naakte waarheid
Op een avond liep Parabel door de straten van de stad. Het was donker, koud en het begon te regenen. Toen hij de hoek omsloeg, hoorde hij een zacht gekreun, dat overging in een hartverscheurend huilen. In een hoekje, achter een trap verscholen zat een naakt figuur. Hij liep ernaar toe en vroeg: “Hé hallo, wat is er, kan ik iets voor je doen?”
“Ik... ik heb het koud... ik weet niet... ik ben drijfnat, ik heb honger en... ik voel me eenzaam...”, snikte een zielig figuur.
“Wie ben je?”
“Ik ben... ik ben... Waarheid”, klonk het zwak.
“Waarheid? Zei je dat je Waarheid bent?”
“Ja, ik ben Waarheid. Dat zou je niet zeggen als je me zo ziet.”
“En waarom zit je hier zo eenzaam en akelig, Waarheid?”, vroeg Parabel.
“Omdat ik nergens welkom ben. Ik bel overal aan, maar niemand laat me binnen. Steeds weer word ik de straat opgestuurd of ze slaan gewoon de deur in mijn gezicht dicht. Waar ik ook aanbel, ik mag nergens naar binnen. Laat staan dat iemand wil horen wat ik wil vertellen.”
“Kom maar eens met me mee”, zei Parabel, die medelijden kreeg met dit zielige hoopje ellende.
Voorzichtig hielp hij Waarheid op te staan. Toen sloeg hij zijn cape om hem heen en nam hem mee naar zijn huis. Daar was het heerlijk warm en droog, en het was er gezellig vol. Waarheid kon zijn ogen niet geloven: overal hing iets kleurigs, iets grappigs, iets leuks.
“Kom,” zei Parabel, “ga lekker zitten. Hier is warme thee. En als je dat op hebt ga ik jou aankleden.”
En zo geschiedde. Parabel trok Waarheid van alles aan. Hij plukte hier een verhaal van een haakje, daar een mythe die over een kastdeur hing, en hij zocht uit een doos vol met sprookjes een paar mooie teksten die hij rustig om zijn hals legde. Aan het rek naast het raam hingen allerlei metaforen, waar hij er zorgvuldig een paar van uitzocht en die stuk voor stuk om zijn schouders legde. Net zo lang totdat Waarheid warm en comfortabel was.
“Dank je!”, zei Waarheid opgetogen. “Ik voel me een stuk beter.” Hij voelde zorgvuldig alles wat hij om zich heen had gekregen. “Hmm, wat voel ik me nu lekker warm en rijk!”
Parabel keek hem met genoegen aan. “Ik ga maar weer eens op pad,” zei Waarheid, en keek nog even in de spiegel voordat hij naar de deur liep.
Parabel stopte nog snel iets in zijn hand. Waarheid keek ernaar, glimlachte en boog diep voor Parabel. Toen verliet hij het huis en trok de stad in. En o wonder, overal waar hij aanbelde, zwaaide de deur open en werd hij hartelijk verwelkomd. Nu was hij immers niet meer naakt...
Uit overlevering naar Maggid van Dubno (Jacob ben Wolf Kranz, 1741-1804).
INHOUD
WAARHEID
OPINIE
Wie ben ik? Veronica Waleson
COLUMN
Hoe de waarheid sneuvelt en opkrabbelt, Saskia Teppema
ERVARING
De verschillende waarheden van coaches, Jorien Sprokholt
ARTIKEL
Opgewekt door de knopen heen opstaan, Jan Diek van Mansvelt
IK-ANDER
PRAKTIJK
Voorbij serieuzerites, Keiharde realitycheck brengt cliënt in beweging, Marcel Thewissen
TOOL
Strijd of ontwikkeling? Desirée Pieters & Selma Roenhorst
PRAKTIJK
Coaching van vrouwen met autisme, Margot Verduin
CARTOON
Waarheid, Carla Knötschke
BOEKBESPREKING
Duurzaam ontwikkelen in de praktijk, Sijtze de Roos
COLUMN
De coach is een bodhisattva, Karin Bosveld
ORGANISATIE
VISIE
Schrijfcoachen naar duidelijk doel, Dolf Weverink
TOOL
Burn-out is primair een ontregeling van je stresssysteem, Carolien Hamming & Rebecca Vandenabeele
COLUMN
Wat is waarheid? Yvonne Burger
INTERVIEW
In gesprek met Harry Starren, De opmars der indirecten, Sijtze de Roos
GEDICHT
Kleine waarheid, Dick Bonenkamp
MAATSCHAPPIJ
UIT DE BOEKENKAST
Doe zelf normaal, Sijtze de Roos
WETENSCHAP
Levenslessen uit de buut-vrij-keuken, Mehdi Jiwa
COLUMN
Wu-Zhi, Michiel Soeters
WETENSCHAP SAMENGEVAT
Marjolein Stefens & Johan Lataster
LEESVOER