Ik ben nooit erg sportief geweest. Als kind zat ik al liever een boek te lezen dan dat ik buiten over het gras rende. Mijn ouders vonden het toch belangrijk dat ik af en toe sportte en daarom ging ik diplomazwemmen. Dat betekent dat ik na mijn A- en B-diploma door ging voor een basiszwemdiploma, zwemvaardigheid, snorkelen en een diploma reddingszwemmen. Veel van mijn zwemvriendinnen gingen vroeg of laat ook wedstrijdzwemmen, maar ik niet, want ik was helemaal niet snel. En eigenlijk ook motorisch niet erg vaardig. Maar, dat was bij diplomazwemmen geen enkel probleem. Iedereen behaalt de leerdoelen op zijn eigen tempo en wanneer iedereen er van overtuigd is dat de zwemmer alle doelen behaald heeft wordt het afzwemmen gepland. Tegen de tijd dat het zover is, is dat natuurlijk een feestje, je weet wat je kunt en je hoeft dat alleen nog een keer te laten zien voor een juichend thuispubliek.