Onder filosofen, neurowetenschappers en psychologen is het in de mode om de vrije wil af te doen als een illusie. “Was het maar waar”, zullen veel ouders verzuchten wanneer ze geconfronteerd worden met de eigen wil van hun koppige peuter of weerspannige puber en alle zeilen moeten bijzetten om hen in het gareel te krijgen. Nog niet zo lang geleden stond in bepaalde kringen opvoeden gelijk aan het ‘breken van de wil’ van het kind. Sporen daarvan vinden we in het klassieke behaviorisme, waar het kind langs de weg van straffen en belonen tot gehoorzaamheid aan het ouderlijk gezag werd opgevoed. Meer verlichte opvoedingsdenkers menen juist dat kinderen in de opvoeding aangemoedigd moeten worden hun eigen wil te ontplooien. Hoe zit het nu precies? Bestaat er zoiets als de ontwikkeling van de vrije wil?