Werk en geluk zijn lang vijanden geweest. Denk aan de fabrieksarbeid in de negentiende eeuw, het werk op het land in het middeleeuws leenheerlijk stelsel of aan de slavernij. Al in het oude testament was werk een straf die god afriep over Adam en Eva toen hij hen uit het aards paradijs verjoeg, nadat zij van de verboden vrucht gegeten hadden: “Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang. Doren en distels zullen er groeien, toch moet je van zijn gewassen leven. Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde.”