Er is een groot onderwijskundige heengegaan. Wynand Wijnen is overleden. Hij behoort in Nederland tot de grote namen op het gebied van onderwijs, vergelijkbaar met die van De Groot, Van Naersen en Wiegersma. Het is niet voor niets dat het tijdschrift EXAMENS hem tot een kopstuk uit de examenwereld heeft benoemd.
De Methode Wijnen
Na aanvankelijk te zijn begonnen aan een opleiding tot priester, switchte Wijnen naar de opleiding psychologie in Nijmegen. Na afronding van die opleiding ging hij werken aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was onderwijsadviseur en onderzoeker. Vooral op het gebied van toetsing en examinering was hij actief. Hij trok zich de problematiek aan van de vele gezakte studenten die als gevolg van een povere cesuurbepaling waren gezakt. Hij deed vervolgens wat hem in zijn hele professionele loopbaan verder heeft gekenmerkt: hij kwam met uiterst creatieve, altijd veelbesproken, oplossingen. Zijn proefschrift ‘Onder of boven de maat’ stelde een nieuwe manier van zak/slaaggrensbepaling voor. De aanname was dat de gemiddelde student het goed zal doen. Ook dat was heel typisch voor Wynand. Hij geloofde in het goede van de mens. Wellicht was het een afspiegeling van zijn oorspronkelijke op leidingskeuze, de mens stond centraal in alles wat hij deed en waarin hij geloofde. Als de gemiddelde student het goed zal doen, dan mag de gemiddelde score van de groep als vertrekpunt worden genomen. Dan is daaronder een nog tamelijk willekeurige grens te kiezen (dat werd twee keer de standaardmeetfout van de toets) en de uitkomst is een eenvoudige relatieve cesuur die corrigeert voor allerlei onbedoelde onderwijseffecten. Deze oplossing werd bekend als de Methode Wijnen en is op vele plaatsen langdurig toegepast. Menig student is hiermee een onterechte onvoldoende bespaard. De anekdote wil dat zijn leermeester en promotor, Wim Hofstee, zijn oplossing maar niks vond. Enige tijd na het afronden van Wynands proefschrift publiceerde Hofstee een alternatief onder de veelzeggende titel: ‘Het cesuurprobleem opgelost’. Hofstee stelde een slim en echt Hollands compromis voor, waarin de grens relatief werd gelegd tussen absoluut gekozen onder- en bovengrenzen van leerstofbeheersing. Een gebufferde oplossing dus. Beide cesuurmethoden zijn tot op de dag van vandaag standaardonderdelen van leerboeken over toetsing.
Probleemgestuurd onderwijs
Wynand Wijnen verruilde in 1973 het noorden voor het zuiden en kwam naar Maastricht. Daar werd de achtste medische faculteit van Nederland ontwikkeld, als start voor een nieuwe universiteit. Hij werd een van de grondleggers van het zo succesvolle probleemgestuurde onderwijs (PGO), samen met prof.dr. H.A.W.M. Tiddens, hoogleraar kindergeneeskunde en de eerste rector magnificus van de nieuwe universiteit. De inspiratie voor een radicaal andere onderwijsmethode werd gehaald uit Canada bij de McMaster University in Hamilton. Het was zo afwijkend dat eigenlijk iedereen er tegen was. Dat kon niet goed zijn. En heel Nederland vond het ook maar niets, inclusief menig docent in de Maastrichtse nieuwe faculteit. Dit vormde echter precies de juiste uitdaging voor Wynand. Als geen ander kon hij debatteren, overtuigen, inspireren en prediken(!). Verbaal was hij heel sterk. Hij overtuigde. Kreeg mensen mee. In het onderwijs stond de student centraal, opnieuw geheel consistent met zijn mensvisie. In zijn visie moet het onderwijs maximaal aansluiten bij de behoeftes van de student. Het leren van de student stond in het middelpunt. Groepsonderwijs, motiverende en inspirerende leertaken, helpende docenten, alles in het teken van de student. Later werd dit de student-gecentreerde benadering genoemd.
Voortgangstoetsen
Naast het onderwijs zelf bemoeide hij zich intensief met toetsing. Het PGO benadrukte zelfsturend leren. De studenten moesten zelf hun leerdoelen benoemen en bestuderen. Met een traditionele toets aan het einde van een cursus of module bleek dit echter moeilijk verenigbaar. De verwachte inhoud van de toets ging de studie van de student meer bepalen dan de eigen leerdoelen. Wynands creativiteit bood opnieuw een oplossing: voortgangstoetsen. Een voortgangstoets is een soort sc hriftelijk eindexamen dat alle einddoelen van de opleiding dekt. Zo’n examen wordt tegelijkertijd voorgelegd aan alle studenten in de opleiding, ongeacht de fase van hun studie. Dit wordt een aantal malen per jaar herhaald (in Maastricht vier keer per jaar). Het bleek een magistrale oplossing voor een groot probleem. Door het verbreken van de directe relaties tussen onderwijs en toetsinhoud was het voor studenten niet mogelijk en niet nodig om voor de toets te studeren. Als je als student maar voldoende aandacht besteedt aan je eigen leerdoelen, groei je automatisch naar een hoger niveau en uiteindelijk naar het eindniveau. Los van deze vondst bleek deze vorm van toetsing nog andere voordelen op te leveren, niet in de laatste plaats als bron van heel veel feedback om het leren te bevorderen. Het heeft een tijd geduurd voordat anderen dit concept van toetsen wisten te doorgronden, maar later hebben veel opleidingen het overgenomen. Zo wordt er in Nederland door vijf medische opleidingen samengewerkt om in gezamenlijkheid een identieke voortgangstoets af te nemen. Ook in het buitenland kent deze vorm van toetsing in toenemende mate navolging. Het was gewoonweg een geniale vondst. Zo kenmerkend voor Wynand Wijnen.
Activiteiten
In zijn lange carrière aan de Universiteit Maastricht heeft hij bijgedragen aan de gestage groei van deze universiteit. Hij nam bestuurlijke rollen aan (decaan, rector) en was betrokken bij de totstandkoming van nieuwe faculteiten, alle volgens het PGO model. Hij leidde een vakgroep en was een mentor voor veel onderwijskundigen die later naam en faam hebben gemaakt. Ook maatschappelijk was hij bijzonder actief. De regering wist hem te vinden voor bijzondere opdrachten. Zo was hij de architect van het rapport ‘Te doen, of niet te doen’ en de daaruit resulterende studeerbaarheidsbeweging in het hoger onderwijs in het begin van de jaren tachtig. Tien jaar later werd hij gevraagd mee te denken over de vernieuwing van de tweede fase in het secundair onderwijs. Hij was de bedenker van het studiehuis, een inspirerende vernieuwing die waarschijnlijk vanwege de grootschaligheid minder goed landde op de werkvloer. Maar de ideeën waren briljant en overtuigend. Hij is jaren voorzitter geweest van de Raad van Bestuur van Cito en daarnaast heeft hij talloze andere bestuurlijke functies gehad. Ook buiten het werk. Er was geen vereniging in Zuid-Limburg die niet op een of andere manier de betrokkenheid van Wynand Wijnen wist te krijgen. Eentje was heel bijzonder en erg typerend voor zijn Limburgse volksaard: de Narren Universiteit Limburg, ofwel de NUL. Rond carnaval kwam de NUL bijeen in een Diës Natalis. Onder leiding van een Manjefieke Rector werden cabareteske carnavalsredes gehouden. Bij elke rede werd de redenaar bevorderd in de rangen van de NUL. Wijnand Wijnen was uiteraard een ‘perfessor’ van de NUL. Tegelijkertijd steunde de NUL het Winand Roukenfonds, een stichting die het cultuurgoed van Limburg bevorderde.
De Wynand Wijnen prijs
In 1996 ging Wynand Wijnen met pensioen. Maar dat bleek een relatief begrip. Hij bleef zeer actief in het onderwijsveld, zowel nationaal als internationaal. Hij heeft menige visitatiecommissie geïnspireerd met zijn altijd weer unieke invalshoeken. Om zijn gedachtegoed te eren is een prijs ingesteld. Er werd een fonds ter beschikking gesteld om over een periode van tien jaar vijf prijzen toe te kennen aan projecten, instellingen of groepen personen die innovatief met het onderwijs bezig waren. De prijs is uitgereikt in alle sectoren van het onderwijs.
Einde van een tijdperk
Er is een groot onderwijskundige heengegaan. Een tijdperk wordt afgesloten. We zullen de inspirerende kracht van een bijzondere man moeten missen. Maar we doen dat in de wetenschap dat het onderwijs heeft geprofiteerd van zijn eminentie. Daar kunnen we dankbaar voor zijn. Zijn denken zal blijven voortleven in alle personen die met Wynand Wijnen gewerkt hebben.
De heer prof.dr. C.P.M van der Vleuten is Voorzitter Vakgroep Onderwijsontwikkeling en –Research van de Universiteit Maastricht. De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit Maastricht. E-mail:
c.vandervleuten@maastrichtuniversity.nl.