Het boek ´Onorthodoxe Interventies bij Coachen’ uit 2002 van Cobi Brouwer won in oktober 2013 de NOBCO-juryprijs ‘Beste coachboek van de laatste 10 jaar’. In dit boek geeft zij vorm aan het fenomeen van de onorthodoxie in het coachvak: de kunst van de coach om iemands comfortzone zo te ontregelen, dat deze in beweging kan komen en de eigen begrenzing leert verleggen. Een nabije relatie met een coachee is hierbij de noodzakelijke basis. Cobi werkt aan innovatie en diepgang van het coachvak, op dit moment vooral in maatwerkopleidingen en in individuele trajecten. Ze studeerde af als veranderkundige, deed vervolgopleidingen in NLP, MBA en systeemopstellingen en ze is Tibetaans boeddhistisch psycholoog. Dat zij met haar boek deze prijs won, is reden om Cobi’s visie op het coachvak te onderzoeken.
Verleden
Coachen als beroep is voor mij op een natuurlijke manier ontstaan. In 1987 vroeg iemand me om haar te coachen. De vraag verraste me, omdat ik mezelf toen nog niet identificeerdemet dit beroep. Hierna volgden er als vanzelf nieuwe vragen en trajecten. Mijn achtergrond als supervisor was nuttig. Supervisie heeft haar grote kracht in het ontwikkelen van innerlijke reflectie. Bij coachtrajecten verlegde ik het accent naar het ontwikkelen van toekomstig perspectief en het bereiken van resultaat. Dat coachen als vak zo snel groeide, is te verklaren vanuit de tijdgeest van de laatste twintig jaar, waarin we individueel en collectief erop gericht zijn geweest om onszelf doelgericht te ontwikkelen. De kracht van coachen is de aandacht voor de mogelijkheden en van de toekomst. Naast de individualisering is het paradigma van ‘de maakbare samenleving’ hierop van invloed geweest: ‘’Als je maar weet wat je wilt en waar je naartoe werkt!” Zo ook de zinsnede “Je kunt het.” Het coachvak heeft zich hierbij sterk multimethodisch ontwikkeld. De vele methoden en modellenboeken zijn hiervan getuige. Modellen uit het neurolinguïstisch programmeren zijn nu nog belangrijk, zoals het doelkadermodel en de betekenis van de meervoudige, tot flexibiliteit leidende, zelfwaarneming. Een valkuil van methoden kan zijn dat ze bestendigend werken: zo doe je dit, zo pak je dat aan. Het coachvak is naar mijn idee toe aan een nieuwe fase in haar professionaliteit.
Heden
In een relatief korte tijd heeft zich in ons collectieve bewustzijn een opmerkelijk snelle omwenteling voorgedaan. Dit is het besef dat alles voortdurend verandert, zowel in onszelf als in onze omgeving. Dit transformatieproces van ontstaan en vergaan is inherent aan leven en is in essentie niet te beïnvloeden. Ieder van ons transformeert elke dag vanzelf. Voor dit onherroepelijke gegeven hebben we de ogen lang gesloten. ‘’Zo zit ik nu eenmaal in elkaar,” is een overtuiging waar iemand, die van zijn leven wat wil maken, nu niet meer mee wegkomt. Een persoonlijke identiteit, die wordt uitgedrukt met: ‘Dit is wie ik ben en dat is wat ik kan’, is geen veilig egohuisje meer. Wie dit egohuisje durft te verlaten en de onvermijdelijke veranderlijkheid van zichzelf begrijpt, kan zich ontspannen en flexibiliseren. En vervolgens leren om vanuit dit besef elke dag en elke levensfase richting te bepalen en vervullend te laten zijn. Zo iemand is in staat om een leven lang diverse identiteiten vorm te geven.
Leven is transformeren: een doorgaand proces van ontstaan en vergaan. Dit paradigma biedt coaches en coachen een geweldige professionele mogelijkheid. Iedereen ervaart dat alles voortdurend verandert: relaties komen en gaan, levensomstandigheden veranderen, beroepseisen en arbeidsomstandigheden innoveren en ook ‘je-zelf’ staat niet vast. Er zijn mensen die als gevolg hiervan verlies van houvast en disbalans in zichzelf ervaren. Zij zoeken steun bij het vinden van balans en richting die er in de eigen kring niet altijd is. Coaches die in zichzelf dit proces begrijpen en ermee om kunnen gaan, zijn in staat om de betekenis van dit transformatieproces bij een ander te begrijpen en te begeleiden. Het ervaren van onvermijdelijke veranderlijkheid kan onzeker maken en leiden tot weerstand, door onzekerheid of angst. Een coach is dan in staat om iemand te leren de veranderlijkheid in zichzelf te ervaren, te leren kennen en op basis van deze zelfkennis de bij haar of hem passende richting te kiezen. Die richting ontvouwt zich en kan tijdens een leven een paar keer veranderen.
Toekomst
Over de toekomst kunnen we alles fantaseren. Dat we binnenkort 100 of 120 jaar, of zelfs ouder worden, is geen fantasie meer; het moment is al voorspeld. En 65 is niet langer een leeftijd om achter de geraniums te kruipen; op die leeftijd begin je aan een derde carrière. Enkelvoudige carrières en levensvormen zijn al gedeeltelijk aan het verdwijnen. Er zijn geen twee mensen hetzelfde en iemand die je een maand geleden meende te kennen, kan vandaag anders zijn. Dit betreft ook jezelf. De toekomst van coachen kan zijn dat we de methodische coachbenadering met haar doelgerichte maakbaarheid achter ons laten en gaan werken vanuit het veranderingsparadigma dat vitaliteit en creativiteit alleen kunnen ontstaan in een proces van komen en gaan van binnenuit. Dit vraagt dat we niet langer werken aan de hand van een gewenst methodisch stappenplan naar de gedroomde toekomst, maar dat we onszelf en anderen leren omgaan met het eigen non-stop ontwikkelingsproces. Daarin zijn de zelfkennis van het moment, zich ontvouwend intuïtief inzicht en cognitie de informatiebronnen voor de volgende stap of een volgende fase.
Droom
Toen ik twintig was wilde ik een verbond tot herstel van de familieband op aarde oprichten. Dit was mooi en ook boven mijn persoonlijke vermogens. Mijn huidige droom is dat we leren om met grote persoonlijke openheid en in verbondenheid met elkaar – in samenhang met de lucht, de aarde, water en vuur, dieren en planten – ons samen te evolueren en van dit proces te genieten. En dat er hierbij voor iedereen mogelijkheden
en steun zijn. Er is voorspeld dat honger over circa twintig jaar uit de wereld is. Als dit zo is, komen we in een fase in onze evolutie waarin we zorgeloos samen een liefdevolle en creatieve samenleving kunnen scheppen.
Bijdrage
Mijn bijdrage is dat ik – zolang ik erbij ben – deelneem en bijdraag aan dit evolutieproces, samen met iedereen in mijn omgeving die deze droom deelt, zoekend en vormgevend. In het besef van het enorme potentieel in ieder mens, dat zich alleen kan ontvouwen in de duurzame veranderlijkheid van ontstaan en vergaan.